30 NOVEMBER 1988 Voor zover extra vergaderingen aan onze aandacht zijn ontsnapt, zullen we proberen ons leven te verbeteren. De systematiek van extra advertenties buiten de normale vrijdagrubiek om is in ie der geval een verschijnsel dat we hanteren. Als daarin onzorgvul digheden zijn opgetreden, dan zullen we kijken of we dat kunnen verbeteren. Met betrekking tot de door de heer Garritsen aange sneden concrete onderwerpen heb ik zo juist het wat en het hoe verhaal verteld. Ik denk dat ik daar niet op terugkom. Naar aan leiding van de heer Boshart en het informatie-beheersysteem het volgende. Hij heeft het over een nota doelgroepen. Nee, het was een notitie. Ik heb daarover bij beantwoording naar aanleiding van vragen van de heren Koekkoek en Van Dongen voldoende gezegd. Tenslotte, de iets wat snerende opmerking van de heer Boshart over de flexibele bezoldiging. U geeft naar mijn mening aan dat U er nog niet aan toe bent om hier serieus over te spreken. Op voorhand te zeggen dat we nu al slordig zullen omgaan met de cri teria die veertien dagen geleden door Uw eigen raad zijn vastge steld, brengt mij tot zwijgen. Ik heb geen zin om daarover te gaan discussiëren. De heer BOSHART Durft U het tegendeel te beweren met Uw opmerking? Wethouder SANDBERG De raad heeft op voorhand geen enkele groepering ambtenaren van deze systematiek uitgesloten. Wat U nu suggereert is volstrekt onj uist Wethouder RöMKENS Op de eerste plaats zijn in het bijzonder de P.v.d.A. en de V.V.D. nogmaals ingegaan op het fenomeen kwijtschelding reini gingsrecht. Het college beschouwt de afschrijving van het reini gingsrecht als een kostenfactor en bij toepassing van het uit gangspunt dat kosten toegerekend worden aan het tarief, omdat dat kostendekkend is, is en blijft het college van mening dat op deze manier terecht omgegaan wordt met dit fenomeen. Dat bete kent dus niet, mijnheer Koekkoek, dat dit een solidariteitshef- fing is, het is gewoon een bedrijfsmatige redenering. Het resul taat is hetzelfde. Het woord solidariteit is niet door het colle ge in de mond genomen. Dat heeft U misschien in de wandelgangen gehoord. De heer TAKS We zijn gerust gesteld. De heer KOEKKOEK Zoals U hoorde, mijnheer Taks, is het effect precies hetzelfde. De heer TAKS Maar dat is het wezenlijke verschil. Dat maakt de volgende stap niet mogelijk mijnheer Koekkoek. De heer KOEKKOEK Het gaat mij om het uiteindelijke effect. 611

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 611