30 NOVEMBER 1988
617
den. Wat dat betreft heb lk in eerste instantie niets te veel ge
zegd. Voor wat betreft het gezondheidsinformatiecentrum is mij
het standpunt van de C.D.A. volkomen duidelijk. De opmerkingen
van de heer Taks aangaande het minimabeleid en de cumulatie-afde
ling zijn dacht ik al beantwoord door de heer Römkens. Bij de
start van de opmerkingen van de heer Taks vreesde ik dat hij
heel Thorbecke op zijn conto wilde schrijven. Er bestaat ver
schil tussen de oude en de jonge Thorbecke. De oude wordt verwe
ten dat hij te weinig rekening hield met de locale autonomie, de
locale politieke verantwoordelijkheid. Ik denk dat het citaat
dat U citeerde uit die tijd stamde. Ik was overigens blij te ho
ren dat de P.v.d.A. en V.V.D. loten van dezelfde stam waren.
De heer TAKS
Het was dus al bekend.
Wethouder VAN RAAK
Nee, ik heb altijd geleerd dat de V.V.D. een afsplitsing was van
de P.v.d.A. Voor wat D'66 betreft had ik het vermoeden dat ze in
mijn richting geen enkele vraag gesteld had. Maar de heer De
Bruijn wees mij erop dat op pagina 5 en 6 van zijn toespraak nog
een vraag stond. Inderdaad dat klopt, maar dat hij voor mij was
wist ik niet. Gelukkig stond het antwoord er meteen achter, dus
ik citeer het antwoord op de vraag. De drie eisen zijn inderdaad
van essentieel belang: democratisch functioneren, openheid en
controleerbaarheid. Ik wijs erop dat we met betrekking tot demo
cratisch functioneren via particuliere initiatieven, en ik ver
wijs naar de subsidieverordening, proberen die zaak open te bre
ken en gebruikers te krijgen. Openheid met het particuliere ini
tiatief en het middenveld blijft een bron van zorg en aandacht.
Controleerbaarheid: door middel van de budgetfinanciering probe
ren wij een aantal voorstellen daarover te doen. Die aanzet is
gegeven en we trachten daarmee die openheid en controleerbaar
heid van de organisaties te bevorderen. De heer Garritsen komt
terug op de problematiek van de huisvesting Marokkaanse jonge
ren. Hij stipuleerde in zijn antwoord: de haast waarmee we de
F.N.V.-jongeren gevraagd hebben zo snel mogelijk te vertrekken.
Dat klopt, dat hebben we gedaan, omdat we ervan uitgingen dat de
Marokkaanse jongeren het gebouw zouden betrekken ondanks het tij
delijke ongemak van de geluidsoverlast. Men wist dat wij op dat
moment geen geld beschikbaar hadden. We waren ervan overtuigd,
en zijn dat nu nog steeds, dat een aantal essentiële activitei
ten plaats kan vinden in dat gebouw. Overigens proberen we op
dit moment met de federatie een tussenoplossing te vinden.
De heer GARRITSEN
In welke richting wordt er dan gedacht?
Wethouder VAN RAAK
Er wordt gedacht aan eventueel gezamenlijk gebruik van de boven
ste etage met de Turkse jongeren. Over de toezeggingen uit de
eerste termijn het volgende. Zodra duidelijk is of het Parahuis
verbouwd gaat worden en bij de Schouwburg betrokken zal worden,
zal het college U een voorstel doen toekomen. Die duidelijkheid