30 NOVEMBER 1988 620
De heer DE BRUIJN
Dat is toch niet persoonlijk bedoeld voor Uw collega's?
Wethouder RATTINK
Nee, zo moet U dat nou ook weer niet opvatten. Ik heb alleen in
eerste instantie natuurlijk niet bedoeld te zeggen dat ruimtelij
ke ordening in die zin beslissend zou moeten zijn. Je moet kij
ken waar sectoroverstijgende zaken aan de orde zijn en dan zijn
ze vanzelfsprekend in die sector overheersend. Als het gaat om
de diverse ruimtelijke opties dan moeten die bij elkaar gebracht
worden en er moet afstemming plaatsvinden. Uiteindelijk is het
natuurlijk altijd het college die over die diverse ruimtelijke
opties beslist. Er is gesproken over een bestemmingsplan Princen-
hage. We hebben dit al vaker in de commissie aan de orde gehad
en ik heb ook in eerste instantie aangegeven hoe we de achter
standen denken te gaan inlopen. Dan zul je prioriteiten moeten
gaan stellen en die prioriteiten liggen op dit moment niet bij
een bestemmingsplan Princenhage.
De heer GARRITSEN
Hoe liggen die prioriteiten dan wel? Er is wel eens gezegd dat
dat bestemmingsplan er in de toekomst komt. We hebben er geen en
kel zicht op hoe die zaak gaat lopen.
Wethouder RATTINK
Ik heb U aangegeven dat wij werken naar visies op grotere gehe
len en daar afgeleide bestemmingsplannen van willen gaan maken.
In de commissie zijn eerder de diverse bestemmingsplannen die nu
lopen aan de orde geweest. Op dit moment is er geen prioriteit
voor Princenhage. U vraagt hoe het in de toekomst zal gaan. Als
je over alle zaken praat dan heb je het over 80 zaken waar je be
stemmingsplannen voor zou moeten maken. In eerste instantie heb
ik al aangegeven dat we met name de nadruk leggen bij de indus
trieterreinen en prioriteit geven aan een bestemmingsplan buiten
gebied.
De heer GARRITSEN
Kunt U die planning van bestemmingsplannen eens in de commissie
brengen?
Wethouder RATTINK
We kunnen in ieder geval aangeven waar we nu mee bezig zijn en
waar we straks ook op basis van de structuurvisie nadere uitwer
king aan moeten geven. Als U kijkt naar het beleidsplan openbare
werken en de toelichting op de begroting dan vindt U daarvan ook
weer een aantal zaken terug. Maar als U specifiek nog eens een
hele planning wilt voor al die 80 stuks, dan denk ik dat het
veel wezenlijker is dat we eerst eens kijken naar de voorraad
die we voor het komende jaar hebben en dat we daar ook daadwerke
lijk een begin mee maken. Voor wat betreft de grenscorrectie
richting mijnheer Taks het volgende. U heeft gesteld dat de weg
die het college denkt op te gaan, geen reële weg zou zijn. Aller
eerst moet de raad zich natuurlijk nog over de structuurvisie
uitspreken. Laten we dat voorop stellen. Het college acht ook de
weg die U voorstelt een samenwerkingsovereenkomst van ruimtelij-