30 NOVEMBER 1988 622
De heer GARRITSEN
Psychologisch, maar inhoudelijk?
De heer TAKS
Psychologie en politiek hebben alles met elkaar te maken.
Mevrouw RATTINK
Je kunt ook zeggen dat je meteen duidelijk bent. Bij een uiterst
middel blijft ook een dreiging boven de markt hangen. Duidelijk
zijn kan ook vaak tot resultaten leiden. Voor wat betreft de cor
poraties het volgende. De P.v.d.A. heeft ook daar om goed over
leg gevraagd; dat is vanzelfsprekend. Er is gevraagd naar knel
punten in de ouderen huisvesting en het C.D.A. heeft ook ge
vraagd naar de concrete aanpak voor wat betreft de ouderen huis
vesting. Daar wil ik wat langer bij stil staan. We hebben in het
kader van de ouderen huisvesting diverse sporen. We hebben de
nieuwbouw voor ouderen waar we ook een bepaalde bijdrage aan ge
ven. Helaas hebben we die moeten verlagen omdat we toch meer wo
ningen in die zin geschikt willen maken voor ouderen. We hebben
de aanpassingen van bestaande woningen. Daarvan heb ik U in eer
ste instantie geschetst wat daarbij momenteel het knelpunt is in
relatie met de corporaties. We hebben de steunpuntwoningen waar
we ook voortdurend op problemen stuiten omdat aansluitingen tus
sen steunpunten en woningen niet te verhalen zijn op de woningen
noch op de steunpunten. In die zin zijn er nogal wat knelpunten.
De concrete aanpak, zoals eerder geschetst, werpt wel degelijk
vruchten af en we proberen al die knelpunten iedere keer op te
lossen. Maar de mogelijkheden van het nieuwe kostensysteem in de
volkshuisvesting maken het steeds moeilijker al die knelpunten
in die zin op te lossen. Met de sterke vergrijzing blijft dat
voorlopig een probleem. Over de doorstroming het volgende. Het
is niet alleen bedoeld voor ouderen, zoals gesteld in het minima
beleid, het is inderdaad wat breder. Naar aanleiding van vragen
over de kwalitatieve woningregistratie en in die zin naar het
overleg met de corporaties en mogelijke machtsmiddelen die je
hebt om zaken af te dwingen het volgende. Die machtsmiddelen
zijn er ook in uiterste instantie en dat zijn natuurlijk de ver
betercontingenten en de verdeling daarvan. Er is gevraagd om
daar een keer in de commissie op terug te komen. Dat zal ik best
een keer willen doen, maar ik weet niet of 6 december haalbaar
is. In een van de eerstvolgende commissievergaderingen wil ik
daar zeker een keer op terugkomen.
De heer ADANK
Mijn verontschuldiging voor het niet uitspreken van de tekst op
bladzijde 14 van mijn antwoord in de eerste termijn. Men ziet
tot welke rampspoed een eenvoudige nietmachine in deze kan lei
den. Ter correctie zal ik deze tekst ten aanzien van de vragen
die de heer Koekkoek stelde voorlezen. Naar verwachting zal een
nieuwe beleidsnota van de bestuurscommissie openbare bibliotheek
op 20 december a.s. door de betreffende commissie worden vastge
steld en vervolgens richting raad gaan. Daarin zal expliciet wor
den ingegaan op herziening van het spreidingsbeleid, zowel inhou
delijk als geografisch. In de richting van de heer Koekkoek kan
ik meedelen, dat in deze nota een bibliotheekvoorziening in de