22 DECEMBER 1988
642
waren. Ik ben daar zeer erkentelijk voor en ik zou ook erkente
lijkheid willen betuigen aan al degenen die ons hebben bijge
staan en steun hebben verleend. Ik noem dan, met het gevaar dat
ik een aantal instanties vergeet, op de eerste plaats het Breda
se bedrijfsleven inclusief de Kamer van Koophandel, de regio's
en de steden in West-Brabant, het college van Gedeputeerde Sta
ten en niet te vergeten de vrijwel unanieme opstelling van Pro
vinciale Staten en evenmin niet te vergeten de onafgebroken in
spanningen van de Commissaris van de Koningin. Voorts zijn er
talrijke organisaties; werknemers en werkgevers. Alle wil ik bij
deze bedanken voor de hulp en steun die ze ons in het afgelopen
half jaar verleend hebben. Ik denk nu te mogen constateren dat
wij bij ons werk ook de juiste strategie hebben gevolgd: niet af
geven op anderen, maar wel geloof in eigen kunnen. Veel werk is
in het openbaar gebeurd, zeker in de eerste fase, tot onze pleit
nota gereed was, ons huiswerk, dat zo hebben wij ook begrepen
bijzonder goed verricht is. Daarna is er natuurlijk veel moeten
gebeuren op het terrein wat wij plegen te noemen de Lobby-activi
teiten. Kaar we zijn ontzettend blij met het resultaat. Een re
sultaat waarvan nu al door Den Haag gezegd is: Breda laat nu dan
ook maar eens zien wat je kunt. Breda wordt met de tien overige
steden in de Vierde Nota, genoemd: een toplocatie voor een inter
nationaal concurrerend vestigingsmilieu. Dat zullen wij de komen
de decennia waar moeten maken, beginnende vanaf morgen. Een zwa
re taak ongetwijfeld voor ons college en voor ons ambtelijk appa
raat, temeer als U bedenkt dat we nu versneld 8 maanden achter
stand in de club van knooppunt-gemeenten zullen moeten inhalen.
De rijksplanologische dienst staat gereed om met een ploeg vrij
wel permanent in contact met Breda te zijn. Dat betekent ook dat
nu alles in een stroomversnelling geraakt. Wij merken dat nu al,
binnen een week na de erkenning. We zullen op een grotere schaal
moeten gaan werken, maar we zullen omgekeerd zeker ook niet de
kleine schaal, denkt U aan buurt- en wijkniveau en alle belang
rijke zaken die op dat niveau spelen, daarbij mogen vergeten.
Wij hebben ons al ten principiale beraden, maar we zullen dat be
raad voortzetten in het collega Hoe gaan wij hiermee om? Hoe
gaan wij dat bestuurlijk/ambtelijk organiseren? Koe zullen we en
kunnen we de raad ook bij deze ontwikkelingen betrekken, want U
moet beseffen dat ook de taak van Uw raad aanzienlijk verzwaard
wordt. Ik heb er alle vertrouwen in dat Uw raad op slagvaardige
wijze diontwikkelingen zal blijven steunen en volgen, maar ook
meeaenke Dat vertrouwen stoelt ook mede op het feit dat U in
mei, toen wij van het teleurstellende bericht in kennis werden
gesteld dat wij geen knooppunt zouden worden, zonder veel ambte
lijke notities, zonder inzet van commissies, aan het einde van
een raadsvergadering en na kort mondelijk overleg, een aanzien
lijke som beschikbaar stelde, zonder eisen te stellen, zonder
voorwaarden. U heeft gezegd: U krijgt dat krediet en gaat U aan
de gang. Dat noem ik besturen op hoofdlijnen en ik heb het vaste
vertrouwen dat ook in de komende tijd, waarin vele belangrijke
projecten U in deze raadszaal zullen passeren, U op dezelfde wij
ze deze projecten mee ter hand zal nemen. Er wachten ons drukke
en boeiende jaren. Wij zeggen U toe dat wij als college en ambte
lijk apparaat ons met uiterste kracht zullen inzetten om de uit
daging die nu voorligt ook aan te pakken. Ik wil nogmaals dank