22 DECEMBER 1988 661 aannemen en daarmee tot een goed einde komen. De werkdruk, als laatste punt van de heer Van Dongen, wordt natuurlijk medebe- paald door de omstandigheden. Ik hoop dat daarover in deze raad nog een zeer belangwekkend besluit zal kunnen vallen. We moeten natuurlijk nooit vergeten dat we met de hele ambtelijke organisa tie in een zeer dynamische omgeving functioneren. Wat wij nu voorstellen moet op sommige onderdelen nog uitkristalliseren. Ik sluit het dus niet uit. Sterker nog: met het aannemen van deze balans legt U niet de organisatie voor nu en de komende vijftien jaar vast. Wel afstand nemen van allerlei wilde Ideeën. Wanneer U zegt of het niet beter zou zijn om over drie of vier jaar nog een wijziging op een of meerdere onderdelen aan te brengen, dan moet dat minstens wel bespreekbaar zijn. Het is in ieder geval geen doel meer van het college om te zoeken naar organisatie-ver anderingen. De rekencommissie zal als onderdeel in de sfeer van controle-orgaan binnen het concernverband moeten worden aange haakt. Dat lijkt mij de meest voor de hand liggende oplossing. De heer BERKHOUT Ook wij hebben ons in de commissie onthouden van een oordeel met name, omdat er behoefte was om de inzichten van de commissiele den omtrent control te toetsen aan hetgeen leefde in de fractie. Dat is gebeurd en dat heeft geleid tot de thans gekozen opstel ling. Waar de wethouder zegt dat control toetsing is in een geïn tegreerd proces en inclusief de evaluatie, dan bevinden wij ons op dezelfde weg. De concernfunctie verdient daarbij bijzondere aandacht en een en ander is nog niet in details geregeld. U vraagt ons dit thans met instemming voor kennisgeving aan te ne men. Gegeven het feit dat het rapport geen absoluut eindpunt be tekent en dat er op dezelfde empirische wijze bijstelling kan plaatsvinden willen wij het voor kennisgeving aannemen met deze aantekening. Wat betreft het organisatiestatuut kan het in prin cipe suggesties inhouden voor het management inzake de besluit vorming. Dat heb ik eruit begrepen. De heer DEN BOER Ook wij waren in de commissie wat ten halve naar de conclusies toe: nog geen ja. Wij zijn blij met de toezegging dat er een ver volgrapportage komt. In de commissie moeten we verder bespreken hoe we die invullen, want dat is het sturen op hoofdlijnen en het krijgen van informatie op hoofdlijnen, namelijk hoe werken bepaalde dingen en welk effect hebben ze. In die zin gaat onze fractie akkoord. Met instemming zijn we nu de reorganisatiefase, de herschikking, uit. Met zorg, ik kijk dan naar de raad, zullen we een vervolgproces moeten uitvoeren. Hoe blijven wij op hoofd lijnen greep houden hierop en hoe benutten wij volledig de con- •cernfunctie en de dienstenfunctie? De heer H. VAN DONGEN Gehoord het antwoord van de wethouder zijn wij met dit voorstel akkoord Wethouder SANDBERG De organisatiestructuur en het organisatiestatuut zal voor het management uiteraard wel suggesties hebben. Wat je In een organi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 661