22 DECEMBER 1988
662
satiestatuut kan voorleggen is, dat medezeggenschap via bepaalde
lijnen moet plaatsvinden. Hoe verder inhoud wordt gegeven aan
die medezeggenschap, zelfs tot participatief management, betrok
kenheid van medewerkers en de vormen van overleg, kan je in een
organisatiestatuut niet voorleggen. Gelukkig vindt dit binnen de
secretarie binnen de bestaande organisatiecultuur niet plaats.
Er wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden, maar geen overdre
ven gebruik. Wanneer je dwars door het hele organisatiegebeuren
van de gemeente Breda heenkijkt, dan kom je waarneembare ver
schillen tegen. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het waar
neembare verschil in het management, namelijk de wijze van lei
ding geven van verschillende directies. Wat betreft de greep op
de hoofdlijn het volgende. De hoofdlijn reorganisatie is afgeslo
ten. Dat willen we in ieder geval met elkaar vaststellen. Op de
vraag hoe we nu zicht houden op het verdere proces, wil ik niet
verder vooruitlopen, maar we zullen om de drie vier maanden
met elkaar die hoofdlijn pakken, om te kijken of er wijzigingen
zijn, of we de verantwoordelijkheden ergens anders moeten leg
gen, waar de bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt en of dit be
ter op elkaar moet worden afgestemd. We komen daar wel uit.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de V.V.D. akkoord
gaat met inachtneming van de eerder gemaakte opmerking.
287. VIERDE BEGROTINGSWIJZIGING 1988 DIENST E.Z.W., T.L.V. DE AL
GEMENE DIENST, STELPOST MOERDIJK.
288. VERHOGEN VAN DE ALGEMENE FINANCIëLE BIJDRAGE AAN DE STICH
TING WOONRUIMTEVERDELING BREDA OVER 1989-
289. KREDIETBEWAKING CAPACITEIT 1988.
Akkoord
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
290. INLOPEN ACHTERSTAND IN DE HOOGTE VAN HET TARIEF VOOR DE GE
NOTHEBBENDEN KRACHTENS ZAKELIJK RECHT VOOR DE ONROEREND-
GOEDBELASTINGEN M.I.V. HET JAAR 1989.
De heer KOEKKOEK
Bij de Algemene Beschouwingen hebben wij aangedrongen op snel
heid om de invoering van de Wet over de onroerend-goedbelasting
ook voor Breda van toepassing te kunnen laten zijn. Een woord
van waardering gaat richting de wethouder en zijn ambtenaren in
verband met die snelheid. De behandeling in de Kamer gaf aan dat
het idee dat wij hadden over de mogelijke verhoging teniet werd
gedaan. Dat was de eerste tegenvaller of financiële aderlating.
Wat daarboven op nog heel vervelend is is, dat het er nu op
lijkt dat het bedrag dat we wel zouden kunnen inzetten ook al
niet doorgaat, omdat de wet nog niet door de Eerste Kamer is.
Aan de ene kant een waarderend woord naar het college voor de