22 DECEMBER 1988
683
In september vorig jaar zijn de eerste besluiten genomen over
een nieuw te bouwen stadskantoor. Als je, net als ik, vanaf dat
moment lid bent van de commissie ad hoe betekent dat, dat we
ruim een jaar bezig zijn met het stadskantoor. Je groeit in het
onderwerp en ziet de besluitvorming langzaam gestalte krijgen.
Je maakt de discussies mee en beleeft de krachtsinspanningen om
binnen de door de raad gestelde randvoorwaarden te blijven. Het
doet het C.D.A. dan ook erg veel deugd, dat er nu een voorstel
gepresenteerd kan worden dat blijft binnen die voorwaarden en
dat tevens zicht biedt op een weliswaar niet luxueus, maar ver
der zeer acceptabel gebouw. Voordat ik op het voorstel inga wil
ik eerst reageren op een groot aantal vragen dat mij de laatste
weken gesteld is, en dat, ondanks de duidelijke toelichting van
wethouder Römkens op dit punt. De vragen komen neer op: zijn jul
lie gek geworden om zoveel geld uit te geven aan een stadskan
toor? Hebben we soms geld teveel? Wat voor leuke dingen kunnen
we niet doen met dat geld? Het zijn vragen waaruit blijkt dat
men niet helemaal doorheeft hoe de situatie in elkaar zit. Im
mers ook nu moeten kosten gemaakt worden voor de huisvesting van
gemeentelijke diensten. Wil je die huisvesting opknappen tot fat
soenlijke kantoorpanden, dan zullen de kosten van dit moment nog
aanzienlijk stijgen. Ik kan daar niet duidelijk genoeg zeggen,
dat Breda straks in het nieuwe stadskantoor niet méér betaalt
voor het huisvesten van zijn ambtenaren, dan het nu aan allerlei
kosten kwijt is. Het is dus niet extra, maar in plaats van. V.'at
betreft het plan zelf het volgende. In de gecombineerde commis
sievergadering is daar uitgebreid over gesproken. Resterende vra
gen zijn daarbij beantwoord. Wat overblijft is het beklemtonen
van een aantal punten. In de eerste plaats de buitenkant, de
vorm van het gebouw. Door te kiezen voor het A.G.S.-model wordt
weliswaar de architect beperkt in zijn mogelijkheden, maar de
raadsleden hebben zelf kunnen constateren dat met die beperkin
gen toch fraaie gebouwen tot stand kunnen komen. We rekenen erop
dat het college zich bewust is van de eisen die de locatie aan
de vormgeving van het gebouw stelt en zich daarbij zeer kritisch
betoont. Wat betreft de binnenkant van het gebouw het volgende.
Met de binnenkant bedoel ik met name de gerichtheid op het pu
bliek. De toegankelijkheid voor he" publiek is van zeer groot be
lang. Tot uitdrukking zou moeten .-en dat de klant, in dit ge
val de burger, koning is. Ik breng daarom zeer nadrukkelijk de
gedachte uit het rapport van de werkgroep publiekscontacten on
der Uw aandacht. In het kader van een modern personeelsbeleid
past het om voor het personeel meer te doen, dan alleen het be
schikbaar stellen van een bureau en een stoel. Het C.D.A. kan
zich dan ook vinden in het realiseren van het minimum-pakket, zo
als dat in het S.O.W.-rapport wordt gevraagd, en is bereid de
daarvoor benodigde extra gelden te voteren. De ten behoeve van
het personeel in te richten kinderopvang kan tot stand komen in
samenwerking met een aantal bedrijven in de binnenstad. De nood
zaak ontbreekt dan om een dergelijke kinderopvang persé in het
stadskantoor te realiseren. Mocht de samenwerking toch op proble
men stuiten, dan verzoek ik U de raad hierover tijdig te informe
ren. Een punt van zorg zijn de bestaande panden. De voorwaarden
waaronder deze panden verkocht kunnen worden zijn uitgebreid be
sproken. Een misverstand op dat punt lijkt dan ook nauwelijks mo-