22 DECEMBER 1988
gelijk. Na het vandaag te nemen besluit kan snel gewerkt worden
aan het, onder de bedoelde voorwaarden, aan de man brengen van
de oude panden. Bij de project-organisatie heb ik in de commis
sie reeds enkele kanttekeningen geplaatst. Slecht één daarvan
wil ik hier naar voren halen, namelijk de vanuit de raad in te
stellen commissie ad hoc, die voor de stuurgroep als klankbord
moet dienen. Het C.D.A. vertrouwt erop dat deze commissie ad hoe
de ruimte zal krijgen om haar taak naar behoren uit te oefenen.
Ik wil mijn eerste termijn beëindigen met een oproep die ik ook
in de commissie heb gedaan. Bied binnen de spelregels aan het
Bredase bedrijfsleven optimale mogelijkheden, om betrokken te
worden bij de bouw van het nieuwe stadskantoor. Als het enigs
zins kan dus door en voor Breda.
De heer BOKKELKAMP
Voor de V.V.D.-fractie heeft het huisvestingsprobleem van met na
me de ambtenaren van de in een vroeg stadium genoemde 3 dienster,
openbare werken, milieu en economische zaken, zorgen gebaard.
Wij zijn dan ook tevreden dat er nu een aanzet is, waarbij de
huisvesting van ambtenaren geoptimaliseerd kan worden. Deze opti
malisering van huisvesting is voor de V.V.D.-fractie een rode
draad geweest in het besluitvormingsproces, of er wel of niet be
sloten moest worden tot het bouwen van een stadskantoor. Wel heb
ben wij als fractie er altijd opgelet of het prijskaartje dat
aan een dergelijk stadskantoor zou gaan hangen in overeenstem
ming was met de door de raad gestelde financiële randvoorwaar
den. Het stadskantoor tot elke prijs was voor onze fractie niet
bespreekbaar. Naast de financiële randvoorwaarden waren er in
het proces ook andere criteria die we zeer kritisch benaderd heb
ben. Om dan te stellen, zoals de Bredase burger op 14 december
j.l. in De Stem kon lezen, dat de fracties "ja, graag" tegen het
stadskantoor gezegd zouden hebben in de commissievergaderingen,
miskent de werkelijke gang van zaken voor wat betreft de
V.V.D.-fractieWel zou ik gezegd kunnen hebben "ja, graag" te
gen goede huisvesting voor ambtenaren. Zoals degenen, die de dis
cussies in de commissievergaderingen en raad gevolgd hebben wel
weten, is het onderwerp stadskantoor door de V.V.D.-fractie van
af het begin uiterst kritisch gevolgd. Voor de V.V.D.-fractie
had het stadskantoor op de wijze zoals het nu in volle omvang
tot stand komt niet gehoeven. Wij waren er geen voorstander van
om de monumentale panden in de binnenstad prijs te geven. Tevens
vrezen wij voor een mogelijk financieel debacle. Een aantal ja
ren geleden is door de fractie-voorzitter van de V.V.D. in de Al
gemene Beschouwingen bij de Kadernota reeds gezegd, dat een
stadskantoor voor de V.V.D-fractie geen prioriteit was en dat
er zeer zeker geen behoefte bij de V.V.D.-fractie bestond aan
een massaal stadskantoor ergens in de wei. Zo erg is het deze
keer niet. We kunnen nu in ieder geval spreken over een plaat
sing op een goudgerande locatie. Ik vervolg mijn betoog met een
terugblik van iets meer dan een jaar. Niet om oude koeien uit de
sloot te halen, maar om het kader te schetsen waarin de V.V.D.-frac
tie de problematiek omtrent het stadskantoor heeft benaderd. Zo
als reeds eerder geschetst was de optie van de V.V.D. het bouwen
van een kantoorgebouw, waarbij in de huisvestingsproblematiek
van 3 diensten werd voorzien en waarbij, naar onze mening, nieu-