22 DECEMBER 1988
69^
Wethouder RöMKENS
Het college heeft toen die vraag niet alleen als een opdracht
aanvaard omdat het bij het college goed uitkwam, maar het colle
ge heeft toen ook de consequenties van een en ander op een rij
tje gezet, onder andere van het continueren van de huisvesting
van de andere diensten en met name de dienst welzijn en secreta
rie. U weet ook en dat is met name in de commissie ad hoe nog
naar voren gekomen dat, om de continuering van de bestaande huis
vesting voor met name de diensten secretarie en welzijn binnen
de bestaande huisvesting te kunnen realiseren, dat een aanmerke
lijke stijging van de huisvestingslasten betekent ten opzichte
van de huidige. Deze berekeningen zijn uitvoerig besproken in de
commissie ad hoe. Deze financiële uitgangspunten, welke een van
de belangrijkste, zo niet de belangrijkste randvoorwaarde was
die de raad in september 1987 heeft gesteld, hebben het college
ertoe gebracht U het voorstel voor te leggen, zoals het er nu
ligt. Een tweede belangrijk punt waar ook nagenoeg elke fractie
over heeft gesproken is de zorg die men heeft voor de burger. Er
moet duidelijkheid voor de burger komen met: "op een plaats zo
veel mogelijk". Ze mogen wel doorgestuurd worden van het ene lo
ket naar het andere, als ze maar niet van hot naar her door de
stad gestuurd worden. Behalve dat dit voor de burger een pretti
ge service is, geeft het de burger ook een bevestiging van datge
ne waar sommigen aan twijfelen. De gemeente is in feite één ge
meente en niet de opstelsom van een aantal zelfstandige dien
sten. Dat is een goede zaak. Daarom is ook het rapport publieks-
contacten een wezenlijk onderdeel van het programma van eisen.
Dat is een van de essentiële zaken. Belangrijk daarnaast is dat
het college gemeend heeft, na de geconstateerde dreigende over
schrijding van de randvoorwaarden van september 1987> een aanvul
lende opdracht te moeten geven aan A.G.S., met het verzoek of
zij binnen de oorspronkelijke globale berekeningen in staat was
dit waar te maken. Ik ben blij dat met name de toetsing door de
R.G.D. erbij is gehaald als een soort onderbouwing voor het col
lege. Het was voor het college ook van belang om hetgeen wat op
tafel lag onderbouwd te krijgen en door een externe getoetst te
krijgen. Dat was een bevestiging van datgene wat hei college op
dat moment zelf geconcludeerd had. Met name de heer Bokkelkamp
vraagt waarom die switch-theoriën nodig zijn. Ik heb dit in de
commissie van 13 december ook al naar voren gebracht.
De heer BOKKELKAMP
Ik heb niet gevraagd waarom. Dat heb ik in de commissie gevraagd
en die zouden we niet overdoen. Ik weet nu waarom, maar heb daar
enkele kanttekeningen bij gezet.
Wethouder RöMKENS
Ik wil het toch herhalen, anders is het alsof het alleen maar in
de commissie is geweest. In de eerste vergadering van de commis
sie ad hoe, en sommigen hebben de commissie toch als een groot
goed gekwalificeerd, is geconcludeerd dat de opdracht van A.G.S.
onvoldoende tegemoet kwam aan de beoogde beschrijving van het
programma van eisen met daarin opgenomen de integratie-effecten.
Dat is in feite de basis geweest. Wij hebben dit voorstel via
A.G.S. laten doorrekenen door de R.G.D. en laten toetsen. Dit