1 FEBRUARI 1988 69 Dat zou ik niet precies weten. Ik wil toch aangeven hoe derge lijke procedures werken. Men is in onderhandeling en een pro bleem doemt op. Dat wordt op een gegeven moment kortgesloten en men probeert in die onderhandelingen een oplossing te vinden. Ik heb ook gezegd dat er altijd een later beslissingsmoment is om dat inderdaad definitief te maken. Het is natuurlijk niet zo dat dat zonder meer geldt. Daarom staat er in dit voorstel, dat deze zaak later aan U is voorgelegd. Over de parkeerplaatsen het vol gende. In het structuurplan voor de binnenstad is geen rekening gehouden met de onderkeldering. Bij de behandeling van de par- keernota zal het totaal aantal parkeerplaatsen voor de binnen stad worden bekeken. Voor dit voorstel is de oplossing parkeren onder deze woningen. Er is naar de welstandscommissie gevraagd. In de commissie hebben we die discussie ook even gehad. Toen ging het ook over de randvoorwaarden die je als raad bij een structuurplan voor de binnenstad meegeeft. Vanzelfsprekend kun je discussiëren over wat aanvaardbaar is en wat niet. Dit is in ieder geval een aanvaardbaar plan. De heer Garritsen zegt: "je moet het in de totaliteit van alle ontwikkelingen daar bekij ken". Hij haalt de contourennota erbij en zegt: "dit moet je zien in het licht van een structuurplan voor de binnenstad. In die discussie is eerder over de invulling gesproken. Als je met andere partijen in onderhandeling bent, dan kun je niet, zoals U zegt, b.v. de ontwikkelingen rond het Kloosterplein erbij pak ken. Dat zijn zaken waarover we nog niet uitgediscussieerd zijn. In die zin ga je op basis van eerdere uitspraken een procedure aan en een onderhandelingssituatie in met de randvoorwaarden die Uw raad bij dat plan gesteld heeft. Over de woningen het volgen de. Er is gevraagd wat er gerealiseerd wordt. Het zijn huurwonin gen, zowel premie als vrije sector, dus geen koopwoningen. Ge vraagd is: "waarom ligt er in dit voorstel geen verdere verplich ting voor Wilma, wel voor de 78 woningen en niet voor de 11 wo ningen". Over de 11 woningen zegt de heer Van den Wijngaard: "die ene regel van Wilma zegt mij niets". De heer VAN DEN WIJNGAARD Ik bedoel het contractueel. Wethouder RATTINK Het is een zaak die je met elkaar aangaat. Voor de 11 woningen is een groot deel van de ondergrond eigendom van Wilma en niet van de gemeente. Er zijn duidelijke afspraken om die zaken te realiseren. Men heeft zich daarover in de richting van de ge meente uitgesproken. Als U zegt: U heeft niet allerlei sanc ties, dan is dat op dit moment inderdaad zo. Het is natuurlijk wel een zaak van beide partijen om tot een geheel te komen. Als U weet dat men elders in de stad zeker zal willen bouwen en er liggen nog andere projecten, dan moet je in dit opzicht naar de toekomst kijken. Men zal zeker deze woningen realiseren. De heer VAN DEN WIJNGAARD Kan de vergadering even geschorst worden? De VOORZITTER Akkoord, U krijgt 5 minuten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 69