22 DECEMBER 1988 709 ten van het cultuurbeleid. Die deelnota's moeten toch een of an dere vorm van samenhang hebben. De richting waarin deze deelno ta's zich bewegen moeten toch gebaseerd zijn op gemeenschappelij ke uitgangspunten, gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en dat is nog steeds uitermate mistig voor ons. Wat wij nu voor ons hebben is een nota die ik beschouw als een soort noodverband om de meest dringende problemen in de cultuursector op een ad hoe basis op te lossen. Natuurlijk zijn er veel dringende problemen in de cultuursector. Daarover zullen wij niet van mening ver schillen, maar hoe deze problemen op korte termijn opgelost moe ten worden is nog niet duidelijk. Prioriteiten zoals ze gesteld zijn, zijn voor ons eveneens onduidelijk. Dat bouw-technische za ken in het geding zijn is duidelijk, maar voor het gebouw van de openbare bibliotheek aan de Karrestraat zien we de prioriteit ab soluut niet in. De oude notitie te beschouwen als een uitgangs punt voor het kunst- en cultuurbeleid in Breda was slechts een dienst die kunst en cultuur hier zou kunnen bewijzen. Dat bete kende namelijk dat we waarschijnlijk de culturele sector in Bre da langzamerhand een woestijn hadden ingestuurd. De consequen ties van deze notities zijn duidelijk geworden. Vanmorgen hebt U in de krant kunnen lezen dat op één punt waar Breda cultureel nog iets te bieden heeft, namelijk de filmsector, zich langzamer hand een centrifugale beweging gaat aftekenen waarbij enige film akers zeggen: "ik houd het hier wel voor gezien". Ik denk ook dat het tijd wordt voor een echt cultuurbeleid. Voor het culture le knooppunt is de Lisa-fractie wel in, maar dan enerzijds zon der een luchtfietserij zoals die in de contourennota aan de orde is gekomen, en anderzijds met een visie. Een visie die verder gaat dan het geloof dat cultuurbeleid alleen maar door bouwvak kers wordt gemaakt Wethouder ADANK Naar aanleiding van de discussieronde in de commissie, waarin zeer fundamentele opmerkingen gemaakt werden door de woordvoer ders van de diverse fracties, heb ik het college een aantal vari anten voorgelegd in de formulering van voorstel en besluit. Deze methodiek was overigens ook toegezegd in de commissie, omdat ik vond dat de opmerkingen van de fracties wezenlijk waren om ruim te te scheppen in het perspectief van een definitieve nota kunst en cultuur in deze stad. In die zin neem ik de eerste opmerkin gen van de heer Koekkoek ter harte. Hij vraagt naar de status van de nota die in het voorstel nog eens expliciet wordt aangege ven. Ik ben het met hem eens dat dit niet de uiteindelijke nota kunst en cultuur is waarover in het programakkoord wordt gespro ken. We zijn, in de toch wat felle discussie vorige week, duide lijk geweest. Er ligt een aantal zaken dat ineen geschoven zal moeten worden in één uiteindelijke nota. Een aantal elementen is aanwezig en wordt gelijktijdig ontwikkeld, dat geldt zowel be leidsmatig als ten aanzien van de accommodaties. De verschillen de deelnota's zullen tezamen uiteindelijk één grote nota kunst en cultuur vormen. Het is duidelijk gezegd, ook in de richting van anderen: de notitie pretendeert niet de beleidsnota kunst en cultuur te zijn, maar is een aanzet, een soort ontwikkelings lijn, op basis waarvan we gezamenlijk zullen proberen het beleid te formuleren. Het laat onverlet dat we voor de accommodaties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 709