22 DECEMBER 1988 daarop welwillend de nodige toezeggingen gedaan. Ik heb aan de heer Derijckere De heer DERIJCKERE Die heb ik in de verslagleging niet teruggevonden. Wel heel be perkt, zeker ten aanzien van emancipatie van vrouwen, maar ik heb geen andere toezegging teruggevonden. Wethouder VAN RAAK Dan moeten we daar even naar kijken. De heer DERIJCKERE Als die in het verslag hadden gestaan was ik daarop andere wijze teruggekomen Wethouder VAN RAAK Dan zorgen we dat dat in het verslag komt, want het is mijn be doeling om dat, wat we in het programakkoord hadden afgesproken, te doen. Het kan misschien niet allemaal tegelijk, maar we probe ren wel die volgorde zoals die daarin staat aan te houden. Ik heb hem hier op pagina 25 van het programakkoord naar voren ge haald: "roldoorbreking, ondersteuning en criteria voor plaatsen waar de vrijwilliger een rol kan spelen, zonder de noodzakelijke arbeidsplaatsen van de professionele werkers aan te tasten". Daar zouden we aandacht aan besteden. Er zijn nog andere zaken genoemd, en ik heb daar ook al toezeggingen over gedaan. Het komt allemaal op tijd en op de juiste wijze aan de orde. Eén van de belangrijke problemen die door bijna elke fractie werd onder schreven is de positie an de vrouw. Ik hoor dat daar een motie over komt. We hebben gezegd dat de positie van de vrouw één van de eerste zaken is waar we naar zullen kijken. Iedereen erkent dat de vrouw in het vrijwilligerswerk uitgebreid actief is, dat daar specifieke problemen liggen en dat de positie van de vrouw daarin heel bijzonder is. Iedereen vindt dat het traditionele in het vrijwilligerswerk ook inherent is aan die positie van de vrouw daarin. Dus de eis, zoals we in het programakkoord hadden afgesproken, dat vrijwilligerswerk een roldoorbrekende functie zou moeten hebben, willen we ook proberen aan te geven. We komen daarop terug. Ik heb in de commissie de jaarlijkse rapportage van de emancipatie-activiteiten g-: oemd. Ik heb erop gewezen dat we ook op het vrijwilligerswerk met betrekking tot minderheden kunnen terugkomen bij de jaarlijkse rapportage over het minderhe- denwerk. Daarover heb ik toezeggingen gedaan, en waarom? Omdat het inderdaad belangrijk is en we hier dc gemeenschappelijke noe- n,:: hadden, want we hadden het al afgesproken. Wat dat betreft is het een herhaling. Dit is een vertrekpunt en de heer Derijcke- re zegt dat terecht. Dit is geen eindverhaal, nee integendeel, de afspraken zijn reeds in commissieverband gemaakt. Het tweede aspect betreft de budgettaire consequenties van het een en ander en ook daarin heb ik helderheid verschaft in de commissie. Men moet zich niet voorstellen dat dit een compleet nieuw beleid is, want dat is niet waar. Er wordt reeds bij een groot aantal subsi dietoekenningen geld in de richting van de vrijwilligers ge wd ten behoeve van onkosten. Want wat constateerden we? Binnen net vrijwilligerbeleid bestond bij een aantal groeperingen enorme 720

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 720