1 FEBRUARI 1988 71 oproepen of risico's kunnen inhouden voor het huurrendement van deze gestapelde premiehuurwoningen? De VOORZITTER Alvorens mevrouw Rattink zal antwoorden, heeft het college van de korte schorsing gebruik gemaakt om zelf even overleg te ple gen. Ik zeg in het bijzonder in de richting van de heer Van den Wijngaard die vroeg naar de verplichtingen namens het college het volgende toe: "in het vervolg zal het college er nauwlettend op toezien dat, wanneer verplichtingen worden aangegaan door het college, uiteraard onder voorbehoud van goedkeuring van de raad, en mits dat de onderhandelingspositie van de gemeente Breda niet schaadt, die verplichtingen zullen worden gemeld in het college. Dat hebben de collegeleden elkaar qua intentie beloofd en vervol gens via het college zal dat uiteraard in de betreffende commis sie worden gemeld. Wethouder RATTINK Er is gevraagd naar de bouwplicht door Wilma van de 11 woningen. Er is een intentieverklaring, waarvan de heer Van den Wijngaard heeft gezegd: "daar kan ik op zich niets mee". Wat Is er dan contractueel? Wat zijn de zaken die U daarin wilt regelen zodat Wilma toch die 11 woningen bouwt? Ik heb U al eerder gezegd, dat de grond voor een deel reeds eigendom is van Wilma. Men heeft voorbereidingskosten gemaakt voor het realiseren van dat plan. U vraagt: "hoe weten wij nu zeker dat die woningen daar gebouwd zullen worden"? Wij zullen de brief, de intenties en de zaken die er liggen moeten nemen als de plicht voor Wilma om die wonin gen te realiseren. Als U zegt: "wij willen daarover alsnog af spraken zwart op wit zien", dan ben ik best bereid om daarover contact met Wilma op te nemen. U moet wel realiseren dat het een heel proces is wat een aantal jaren gespeeld heeft en waarin men eindelijk tot overeenstemming gekomen is. Als je zoiets doet met een belegger, dan moet er van twee kanten de wil zijn om tot realisering te komen. Als U nu zegt: "wij twijfelen toch aan de intentie om daar iets echt van de grond te krijgen en wij willen daar een hardere toezegging van Wilma onder, dan ben ik best bereid om daarover contact op te nemen. U moet het natuurlijk wel zien als een relatie die de gemeente opbouwt met degene die iets gaat realiseren. Als wij in die zin zo wantrouwend zijn naar anderen, dan bemoeilijkt dat ons bij volgende onderhande lingen. Ik ben best bereid om daarover contact op te nemen om te zien of die ene zin, die op dit moment in die brief staat, wat meer kan worden en in die zin een contract aangaan voor het onderhavige voorstel. Dat is een zaak waarover ik het zal moeten hebben. Er zijn twee partijen voor nodig zoals U weet, dus dat worden toch onderhandelingen. Ik zal in de commissie daarvan een terugmelding doen. Wat betreft de exploitatie-opzet het volgen de. "Zou het inderdaad niet anders moeten zijn"? vraagt de heer Garritsen. Over het realiseren van sociale woningbouw op die plaats het volgende. U moet wel bedenken dat, als je inderdaad parkeerplaatsen onder die woningen maakt, je met een enorm investeringsniveau zit. Ik heb net al aangegeven waarom er in het verleden voor een belegger is gekozen en een andere keuze is gemaakt. Het hele proces is uitermate moeizaam verlopen. Me-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 71