22 DECEMBER 1988
727
in het hele kader van de Wet ruimtelijke ordening van het struc
tuurplan, niet gaan frustreren. Ik denk dat dat heel duidelijk
moet zijn. We nemen de hoofdlijnen van het beleid, zoals in deze
structuurschets is aangegeven aan en we gaan er in het kader van
de Wet ruimtelijke ordening mee de boer op en we zullen daarna
definitieve vaststelling doen, eventueel met aanpassingen, als
er vanuit de inspraak goede ideeën en alternatieven worden aange
dragen die passen binnen de totaalvisie. Ik denk dat de randvoor
waarden, waarbinnen we de ruimtelijke ordening in Breda gestalte
geven, heel duidelijk moeten zijn. In de commissie hebben we
daarover een uitgebreide discussie gehad. Dat hoeft nu niet, ik
wil ze alleen nog een keertje aanstippen. Het is het milieube
leid, heel belangrijk ook als we de rapportages van de laatste
maanden zien die vanuit het rijk en de provincie naar ons toe ko
men, en daarnaast de sociale veiligheid, waar ook veel over ge
zegd is en ook binnen Uw eigen commissie voortdurend aandacht
aan besteed wordt. We kunnen akkoord gaan met de hoofdlijnen die
hierin staan. Op onderdelen zullen we bij de uitwerking wel mer
ken of we met elkaar van mening verschillen, maar op deze manier
mag het van ons de inspraak in en we zien met belangstelling te
gemoet wat daar nog verder uitkomt.
Mevrouw VAN BERGEN
In de drie nota's die nu ter bespreking staan, staat eigenlijk
samengevat wat we tot nu toe hadden, het ruimtelijk beleid in de
toekomst en het buurtbeheer. Er is erg veel werk verzet op diver
se fronten en de commissie ruimtelijke ordening heeft vorige
week het werk met recht gedaan, want we hebben er een hele avond
over gesproken, zoals de voorzitter net ook zei, en de rest van
de agenda die avond onder het tapijt geschoffeld. De nota's wer
ken de aspecten: wonen, werkgelegenheid, onderwijs, verkeer en
milieu, af. Deze zijn toen allemaal vrij uitgebreid aan de orde
geweest. Reden waarom ik er nu niet op in hoef te gaan, anders
zou mijn verhaal 25 minuten duren en dat lijkt mij niet zinnig.
Gezien de ontwikkelingen in onze stad, en dan met name de bevol
kingssamenstelling, is het logische dat we de kant uit moeten
van een ccmpact-stadDat zal ook moeten in verband met het bin
nenkort beëindigen van de groeistadtaak. Daarom wil ik toch nog
even een detail terughalen uit de discussie in de commissie. Dat
is: als je goed op je eigen erf past dan moet je dat ook van je
buurman respecteren, en de goede verstaander zal mij begrijpen.
De V.V.D. is ronduit enthousiast over het feit dat we de status
knooppunt hebben gekregen. Dit biedt voor de toekomst ongetwij
feld meer perspectieven. Het is een compliment waard voor de in
ventiviteit waarmee het is binnengehaald. Het persbericht van 20
december toont aan hoe het college zich voorstelt die nieuwe mo
gelijkheden voor de gemeente binnen te halen en ik dacht dat de
structuurvisie op alle aspecten in dit persbericht vooruit
loopt. In de commissie heb ik wat vragen gesteld bij de beslui
ten, met name lid 2 van het besluit. Ik ben blij dat dat alsnog
is aangepast in de zin waarom wij hadden gevraagd, want wij kun
nen nu de nota richtinggevend voor het ruimtelijk beleid vast
stellen en ik denk dat wij er dan geen moeite mee hebben, zeker
niet als de rest van de procedure ruimtelijke ordening gewoon
normaal doorlopen wordt. Op het facet buurtbeheer is de commis-