22 DECEMBER 1988
730
Het college heeft een duidelijk beeld voor ogen. Een beeld dat
zich richt op economische ontwikkelingen en waarden. Een beeld
van: start de economische motor maar, geeft vrij baan aan het be
drijfsleven, maak in feite de ruimtelijke ontwikkeling onderge
schikt aan het bedrijfsleven en het zal ons goed gaan. Deze stel
ling is rechtstreeks afkomstig uit de vierde nota ruimtelijke or
dening, een werkstuk dat zich in Lisa-kringen in geringe popula
riteit mag verheugen, vanwege de daarin vervatte ideologie,
deels omdat de mentaliteit ervan ons tegenstaat, deels omdat we
ernstig twijfelen aan de geldigheid van de boven omschreven uit
spraak. Het in wezen ondergeschikt maken van zaken als milieu,
landschap, monumenten, gezondheid, veiligheid en leefbaarheid,
aan de economische ontwikkelingen van de regio onder heilig ver
klaring van het bedrijfsleven spreekt de Lisa-fractie niet aan.
Op drie punten wil ik nog nader ingaan. Namelijk op de paragra
fen over het verkeer, de bedrijvenlocaties en de binnenstad. Het
verkeer is in de structuurvisie: autoverkeer. De geplande stede
lijke hoofdstructuur is een structuur die gebaseerd en vastge
legd is door de infrastructuur voor de auto. Dat er gefietst
wordt en er openbaar vervoer bestaat wordt niet ontkend. Overi
gens wordt er in de structuurvisie wel ontkend dat de mensen ook
nog lopen en wandelen. Maar de voorwaarden die voor de vervoers
wijze per fiets en het openbaar vervoer worden aangegeven, zijn
in promilles uit te drukken van de voorwaarden die voor het auto
verkeer geschetst worden. De autoverkeer-infrastructuur wordt de
kapstok voor verdere ontwikkelingen genoemd. Aan de wegen worden
b.v. de poorten opgehangen. Met betrekking tot de functie, de in
houd en de locatie van de poorten wordt elke discussie uit de
weg gegaan. De wegen lopen daar, dus de poorten liggen daar. Dat
het bedrijfsleven van grote belangrijkstelling blijk geeft mag
ook geen verrassing zijn. In het verhaal over de bedrijven- en
kantoorlocaties ontbreekt naar de mening van de Lisa-fractie een
aantal zaken. V/at de Lisa-fractie zich afvraagt is: welk soort
bedrijven verwacht men eigenlijk op de geplande locaties, hoe
veel werkgelegenheid zullen deze bedrijven scheppen, in hoeverre
zal deze werkgelegenheid de Bredase werklozen ten dienste staan?
Het zal U ongetwijfeld bekend zijn dat in Breda op het ogenblik
bijna 10.000 werklozen zijn volgens het G.A.B. en dat van die
10.000 werklozen meer dan de helft langdurig werklozen zijn, men
sen die in feite niet meer dan een eenvoudige scholing of oefe
ning hebben en waar onze fractie zich
De heer MARTENS
Maar daar heeft U toch al in de commissie over gesproken? U
heeft in de eerste termijn en in de commissie dezelfde vragen ge
steld en daar hec ft U al antwoord op gehad. Dus U moet Uw vragen
nu niet stellen.
De heer BOSHART
Nee, ik heb namelijk geen antwoord gehad, dat is het merkwaardi
ge. Daarom ben ik nu zo vrij om deze vraag nog een keer te stel
len. Het gestelde over de binnenstad wekt enige treurnis bij on
ze fractie. Wij zien een reeks van doelstellingen en maatregelen
die gepresenteerd wordt waarvan het gemeenschappelijke kenmerk
naar onze mening met name de onverenigbaarheid is. De optimale