22 DECEMBER 1988 735 Maar dat Is geen antwoord op de vraagstelling. Het ging over de volgorde van keuze. U' kiest eerst voor een bepaalde omvang van zaken en daarna praat U over een milieu-effectrapportage. Wethouder RATTINK Nee, we hebben duidelijk gekozen voor verschillende elementen in de stad en daar is, milieu er onder andere een van. Dat kun je op verschillende niveau's doen. Je kunt het hebben over een groenstructuurplan, dat uitdrukkelijk een punt is dat meeweegt in het totaal van de structuurvisie. In het eerste deel van ste delijk beheer staat ook juist benadrukt: de handhaving van het milieubeleid ten aanzien van bodemsanering en dat soort zaken. Dat wordt ook verder uitgebouwd. Je kunt er natuurlijk niet om heen dat, als je voorzieningen in een stad wilt houden, als je wilt de stad levend houden, je inderdaad ook voor de werkgelegen heid moeten zorgen en, richting de heer Boshart, we spreken dan uitdrukkelijk over verschillende soorten bedrijventerreinen. Er komt binnenkort een segmenteringsnota van economische zaken in dat kader uit. Maar U moet niet denken aan zware industrieën in Breda. We proberen wel diversiteit in de werkgelegenheid te bie den. Als U zegt: "dat haalt niets uit", dan denk ik dat helemaal niets doen, inderdaad niets uithaalt. Je zult ook de verantwoor delijkheid voor de werkgelegenheid moeten nemen en dat kun je al leen door ook ruimte te bieden aan bedrijven. Vanzelfsprekend ge nereert dat ook weer activiteiten, daar kun je niet omheen, maar je zult uitdrukkelijk de randvoorwaarden in het kader van het mi lieubeleid mee moeten nemen. Over de opmerking van de heer Gar- ritsen over het buitengebied het volgende. We zijn bezig met een bestemmingsplan buitengebied en daar zal ook de zaak met betrek king tot kassen en dergelijke in meegenomen worden. Sociale vei ligheid is door de heer De Bruijn nog aangegeven; dat is ook een van de punten waar uitdrukkelijk aandacht aan beste^ zal worden op diverse niveau's en zeker in goede samenwerking mei, de commis sie bestuurlijke preventie kleine criminaliteit. Nog één opmer king met betrekking tot het openbaar vervoer. Ik heb al eerder aangegeven dat we daar in het kader van de binnenstad extra aan dacht aan zullen besteden. Als je het hebt over een goede ver keersafwikkeling dan betekent dat, dat je daar belemmeringen voor het openbaar vervoer weg kunt halen. Ook ontwikkelingen als kantoorlocaties in de Haagse Beemden, alsmede het onder de loep nemen van de spoorzone, sluit aan op de visie dat je bij punten van openbaar vervoer goed economische activiteiten kunt laten plaatsvinden. Voor wat betreft de opmerkingen van mevrouw Van Bergen over het buurtbeheer het volgende. We hebben juist niet voor één model gekozen; we hebben gekozen voor de eigenheid van de buurten. We willen geen discussie over wat buurtbeheer is en welk model daarbij past. Nee, we pakken twee buurten en we gaan juist op grond van de ervaringen die we daar opdoen kijken, wat de meest geëigende aanpak zal zijn. Vandaév dat het ook een expe rimenteel karakter heeft. Als U vraagt waarom juist voor deze buurten gekozen is, dan komen we terug op de discussie die we in de commissie hebben gehad bij de begrotingsbehandeling. Ik heb U toen gezegd dat het college natuurlijk signalen heeft uit de da gelijkse praktijk. De vraag is, als je daar een onderzoek en een nota aan ten grondslag legt, of je dan tot een totaal andere keu-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 735