25 FEBRUARI 1988
76
ning of toch de mening van het hele college om er een keer een
punt achter te zetten? U verwachtte min of meer signalen uit de
raad. De twee partijen die nu gesproken hebben, hebben al aange
geven er een punt achter te willen zetten. Het zal duidelijk
zijn, dat ik in dezelfde richting denk. Je moet niet wachten tot
we weer een andere stedenband aangaan. Je moet die zaken los van
elkaar zien. Je moet gewoon zeggen, dat we ermee stoppen. De sub
sidie bedraagt jaarlijks f 1.000,maar nu moeten we weer
f 10.000,uittrekken. Het is weinig zinvol en U heeft zelf al
aangegeven dat het voor Breda van heel weinig betekenis is. Ik
zou de partijen die nog niet gesproken hebben willen vragen wel
ke positieve zaken zij zien in het voortzetten ervan.
De heer DE BRUIJN
Het is mogelijk dat de heer Garritsen na mijn eerste termijn
dacht, dat wij willen stoppen als we een andere stedenband
hebben. Dat is zeker niet de bedoeling; we willen nu stoppen.
Mevrouw PAULUSSEN
Voor ons hoeft het niet meer; het mag stoppen. In deze tijd van
bezuinigingen hoeft de f 10.000,voor het 25-jarig bestaan
persé niet.
De heer TAKS
Na de lange beraadslaging in de commissie algemene zaken had ik
gedacht dat dit onderwerp een hamerstuk zou zijn, maar dat is
kennelijk niet het geval. We moeten allemaal over het onderwerp
spreken, hoewel de heer Van de Casteel ons standpunt al heeft
verwoord. De V.V.D.-fractie is voor het voorstel, maar dat hoeft
niet vaak herhaald te worden. Laat de Unie maar sudderen. Over
het aangaan van een nieuwe stedenband zal de V.V.D.-fractie zeer
kritisch zijn. Wij voelen er weinig voor om een stedenband aan
te gaan, waaraan implicaties op politiek gebied verbonden zijn.
Mevrouw WOUTERS-KOOTSTRA
De historische band die tussen deze 4 Oranjesteden bestaat,
spreekt de C.D.A.-fractie wel aan. De activiteiten die in het
kader van het 25-jarig jubileum georganiseerd worden, kunnen op
hun eigen manier bijdragen aan het stimuleren van de Europese
bewustwording, zowel van de deelnemers uit de diverse bevolkings
groepen als van de bewoners uit deze steden. Daarom kan onze
fractie het voorstel zoals het er nu ligt steunen. De vraag die
gisteren in de commissie algemene zaken op tafel werd gelegd,
namelijk of het niet te overwegen zou zijn deze stedenband te
beëindigen en eventueel een band aan te gaan met een zusterge-
meente van gelijkwaardige grootte, vinden wij nu niet aan de
orde. Dit kan op zijn vroegst bij de behandeling van de Kader
nota 1990 aan de orde komen met de middelen die dit dan weer
vereist
De VOORZITTER
De meningen zijn al eerder vrij duidelijk verwoord, ook gister
avond in de commissievergadering nogmaals door de fracties. Ik
heb toen al gezegd, dat er weinig enthousiasme is over het
voortzetten van de Unie van Oranjesteden. De meest positieve