7 MAART 1988 96 commissie. De P.v.d.A.-fractie is van mening, dat sluiting van soc het filiaal Brabantpark en het opheffen van de bibliobus voor wei ons niet reëel zijn. Wat dan wel? Welnu, er wordt al jaren ge- doo dacht aan en gesproken over het filiaal Zuid-Oost. Het idee van sen het C.D.A., zoals in de commissie M.D.S.O. naar voren gebracht, bij om het structurele bedrag van 129.000,voorlopig vast te is houden en eventueel in te zetten voor nieuw beleid heeft onze act instemming niet. Wij zijn van mening dat nieuw beleid moet wor- en den gefinancierd uit de algemene middelen en niet uit een ver- and schuiving binnen een sector. Wat is hierover de opvatting van wac het college? Over het aanvullend minimabeleid het volgende. Bij ne de algemene beschouwingen van de begroting 1988 heeft de de P.v.d.A.-fractie een sterk accent gelegd op de zorg voor de mini- de ma: de wens om een duidelijk aanvullend beleid is door onze frac- pas tie naar voren gebracht. Inmiddels hebben wij steun gekregen van zak het C.D.A.: eerst met de motie en nu met een notitie. Een belang- ind rijke ontwikkeling omdat bijna de helft van de C.D.A.werkgroep wer uit fractieleden bestaat. Wij hebben een aanvullend beleid ge- ond vraagd en gekregen. Er is f 200.000,structureel gereserveerd leg voor de minima. Dat is - met alle respect - niets meer of minder nen dan er was. Nu staat er echter in de Kadernota 1989 in het eenma- De lige deel f 300.000,gereserveerd. Van die f 300.000,hebben Bre wij begrepen dat het jaarlijks wordt toegekend indien er plannen Bra voor bestaan en uiteraard als het andere budget van f 200.000,tus is uitgeput. Klopt deze redenering? Een ander aspect van het bei minimabeleid betreft de kwijtschelding van riool- en reinigings- uit recht. Daarvoor is jaarlijks f 200.000,benodigd. Waaruit wor- tru den de f 200.000,betaald? Vervolgens de evaluatie van die gee schuldenproblematiek: uit de rapportage is het mijn fractie die duidelijk geworden en is opnieuw bevestigd dat er sprake is van zoa een gigantisch probleem en dat elke bijdrage van de gemeente dui Breda met een eigen aanvullend minimabeleid daarbij heel hard por nodig is. Voorts heb ik nog een opmerking over de cumulatie- mir effecten van het afschrijvings- en kwijtscheldingsbeleid. De nog kwijtschelding van een klein bedrag kan soms voor mensen het wel zet moeten betalen van een ander recht Inhouden van een veel groter onl bedrag. Wij vragen het college met nadruk aandacht te besteden buu aan de voorlichting en dat niet alleen via papieren, maar juist het met mensen; wellicht in de vorm van een sociale en maatschappe- ree lijke informatiebalie? Ik ben verheugd over de totstandkoming de van de cliëntenparticipatie bij de G.S.D. en de financiering er- men van. Tenslotte is het een positieve zaak dat de bezuiniging van her f 600.000,op de G.S.D. geschrapt is. De verwachte daling van wel de werkloosheid is helaas niet gekomen, waardoor de G.S.D. zijn pas medewerkers nodig blijft houden. Ik moet constateren dat de of P.v.d.A.-fractie een jaar geleden al wees op de onmogelijkheid het van deze bezuiniging. Tot slot vraag ik de aandacht van het cee college voor de huisvestingsproblemen van de buitenlandse vrou- waa wen en de marokkaanse Jongeren. Het derde accent van de nie P.v.d.A.-fractie Is de werkgelegenheid. Bij de algemene beschou- ke wingen 1988 ben ik daarop uitgebreid ingegaan, omdat mijn frac- per tie de situatie zorgelijk vond en vindt. Natuurlijk komt er in feb Breda werkgelegenheid bij, maar de groep langdurige werklozen, sch minderheden en herintredende vrouwen op de arbeidsmarkt wordt Per niet bepaald kleiner. Daarom doen wij een klemmend beroep op het de college om ervoor te zorgen dat er financiële middelen worden Uit gereserveerd voor zaken als werk- en leerervaringsprojecten en ter individuele bemiddeling. Wij denken hierbij aan de resultaten bet van een aanpak in Nijmegen waar een samenwerkingsverband tussen pia

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 96