7 MAART 1988 97 sociaal-cultureel werk, de gemeente Nijmegen en het G.A.B. voor weinig kosten voor 85 jongeren een baan kon vinden. Er komt hier door geen nieuwe werkgelegenheid, maar mensen krijgen wel kan sen. Op dit moment zijn ongeveer 300 jongeren in Breda betrokken bij dit type projecten. Als er echter geen extra middelen komen, is het fonds in 1990 leeg. Kan het college inzicht geven in de activiteiten die zijn en worden ondernomen, om rijk, provincie en wellicht het Europees fonds te vragen subsidies voor deze en andere projecten te geven? In het kader van de werkgelegenheid wachten wij met spanning op de toegezegde notitie over de inter ne en externe afstemming. Kunt U ons zeggen hoever het staat met de samenwerking tussen de G.S.D. en het G.A.B.In hoeverre is de Bredase organisatie, namelijk de werkgelegenheid en arbeidsin- passing bij de dienst E.Z. terwijl het rijk uitgaat van sociale zaken, een belemmering of verbetering voor die samenwerking en individuele benadering? In de commissie economische zaken en werkgelegenheid heeft de P.v.d.A. het voorstel gedaan om te gaan onderzoeken hoe de positie van Breda in het kader van de werkge legenheid geprofileerd kan worden. We gaan er vanuit dat de bin nenkort te verschijnen structuurschets daartoe een aanzet geeft. De P.v.d.A.fractie wil echter, met het eigen gezicht van de stad Breda als gegeven, een onderzoek naar de profilering van West- Brabant: bedrijfsterreinen, gezamelijke promotie, samenwerking tussen midden- en kleinbedrijf en de aansluiting onderwijs-ar- beidsmarkt. Een dergelijk initiatief, zo menen wij, heeft een uitstraling en effect voor de hele regio en voor Breda als cen trumgemeente in het bijzonder. Met een onderzoek bedoelen wij geen dikke rapporten en jarenlange studies, maar een werkgroep die kijkt naar concrete punten voor samenwerking en profilering, zoals ik daarnet heb genoemd. Wij willen van het college een duidelijke toezegging dat zo'n onderzoek wordt gestart. In de portefeuille algemene zaken zit ook het onderwerp kleine cri minaliteit. De P.v.d.A.-fractie is van mening - ik herhaal dat nog maar eens - dat het twee-sporenbeleid moet worden voortge zet. Enerzijds de acties die gelden voor de hele stad, zoals het onlangs goedgekeurde HALT-project en anderzijds de aanpak per buurt met een sterke koppeling naar de uitvoerende diensten die het beleid moeten uitvoeren. Bij dat laatste wordt vaak en te recht gedacht aan een aanpak zoals die in Geeren-Noord. Nu heeft de burgemeester enige tijd geleden gezegd in de commissie alge mene zaken dat zo'n aanpak enig en eenmalig isj die wordt niet herhaald. Onze opvatting is dat je per wijk moet analyseren welke knelpunten er zijn en dan maatregelen nemen die daarbij passen en ook nog passen in de bestaande structuur van een wijk of die stKictuur verbeteren. Deelt het college deze visie? Kan het college aangeven welke wijk of wijken volgens deze genuan ceerde benadering zullen worden onderzocht? Tenslotte nog onze waardering uitspreken voor de inzet van f 100.000,structureel nieuw geld voor de bestrijding van de kleine criminaliteit. Wel ke projecten worden daarvan en daaruit bekostigd? Over de sector Personeel, Organisatie en Automatisering het volgende. Er Is in februari jongstleden een uitgebreid en bijgesteld programma ver schenen over de uitwerkingsvoorstellen die volgen op de nota Personeelsbeleid. In de loop van 1988 komen de voorstellen van de uitgewerkte prioriteiten naar de commissie. Wij gaan er van uit dat de toegezegde planning gehaald zal worden. Is dat een terechte veronderstelling? Voorts heb ik nog enkele vragen die betrekking hebben op het personeelsbeleid: hoe verloopt de her plaatsing en om hoeveel mensen gaat het? Waar is het knelpunten-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 97