104
Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente Breda op
2 maart 1989.
Voorzetting van de behandeling van de Kadernota 1990.
AANWEZIGDE HEREN F.M. FEIJ, VOORZITTER; A.C.A.M. ADANK, WETHOU
DER; C.G. BERKHOUT, MEVROUW L. VAN BEUSEKOM-NIX, DE HEREN
A.G.J.M. DEN BOER, J.O.E. BOER, MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE,
DE HEREN J.L. BOKKELKAMP, M. BOSHART, MEVROUW J.M.J. BROSKY-WEST-
DORP, DE HEER E. DE BRUIJN, MEVROUW H.W.D. DAMMER-NOORMAN, DE HE
REN N.M.E.C. DERIJCKERE, H.C. VAN DONGEN, W.P. VAN DONGEN, N.
GARRITSEN, J.P.M. GOOS, A.B. GROSPELD, DE DAMES M.P. HEERKENS,
M.M.C.W. HEESSELS, DE HEREN J.H.J. HOFSTé, A.W. KOEKKOEK, ME
VROUW E. KRIENS, DE HEREN E.J.M. DE LEEUW, H.A. MARTENS, MEVROUW
A.W. NEEB-WIEGERSMADE HEER J.C.N. NUITERMANSDE DAMES IJ. DEN
OUD EN-JANSEN, C. PELLIS, E. PLES, J.C. VAN DER POEL, DE HEER
H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; MEVROUW E.W. RATTINK, WETHOUDER; DE
HEREN F.L.M. RöMKENSWETHOUDER; R.G.P. SANDBERG, WETHOUDER;
H.L. SINKE, J.P.W.A.A.M. TAKS, MEVROUW J. WOUTERS-KOOTSTRADE
HEREN J.A. VAN DEN WIJNGAARD, M.P.W.C. VAN VEEN, SECRETARIS.
AFWEZIG: MEVROUW, J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLT
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur met het gebed.
De VOORZITTER
Voor de behandeling van de Kadernota 1990 zijn we toe aan de
tweede termijn. Van de zijde van de raad krijgt elke fractie
tien minuten spreektijd.
De heer KOEKKOEK
Het meest opvallende in de antwoorden van het college was het af
wijzen of vooruitschuiven van elke aangedragen claim. De conse
quentie daarvan is dat bij de begroting 1990 opnieuw de discus
sie losbarst over deze claims. De P.v.d.A. wijst er daarom nog
maals op, dat inzet van nieuwe financiële middelen pas mag gebeu
ren na zorgvuldige afweging tussen enerzijds schadelijke effec
ten van de bezuinigingen en anderzijds voorstellen voor nieuw be
leid. Een onderdeel van het nieuwe beleid is het werken aan het
knooppunt. De P.v.d.A. benadrukt het zogenaamde twee-sporenbe-
leid en is blij dat dit door het college is overgenomen. De bur
gemeester maakte in zijn antwoord in verband met het knooppunt
nog een opmerking over de achter ons liggende tijd van beleids
planning-, analyse en dergelijke. Hoe is het afzetten tegen plan
ning te rijmen met de instelling van de concernfunctie? Ik zou
daarover graag enige duidelijkheid krijgen. De zogenoemde 1/3-re-
geling heeft terecht veel aandacht gekregen. Richting V.V.D. wil
ik benadrukken, dat de P.v.d.A. met dit voorstel een aanvullende
financiële bijdrage wil leveren ter bevordering van de veilig
heid door middel van verlichtingsmaatregelen en eventueel andere
maatregelen, zoals het plaatsen van palen, schuttingen en hek
ken. Dit moet anders alleen uit de huurverhoging betaald worden.
Wij willen juist de mensen met een laag inkomen ook de mogelijk
heid bieden hun leefomgeving te verbeteren, onder andere door de
genoemde preventieve maatregelen.
De heer TAKS