2 MAART 1989
113
leend aan de programma's van de V.V.D. en het C.D.A. De P.v.d.A.
heeft loyaal aan de uitvoering van de gemaakte afspraken meege
werkt, maar deelt tot dusverre niet de geestdrift van de V.V.D.
en het C.D.A. voor jaarlijks sluitende begrotingen.
De heer KOEKKOEK
Als U het programakkoord doorleest, dan weet U dat de grootste
partijen in deze raad dat programakkoord van harte hebben onder
tekend
De heer TAKS
Ze opteerden in het verleden, getuige de verkiezingsprogramma's
voor 1982 en 1986, steeds voor een op termijn sluitende begro
ting. Na het afsluiten van de college-onderhandelingen in 1986
vond de toenmalige P.v.d.A.-fractievoorzitter het zware accent,
dat op een sluitende begroting werd gelegd één van de meest te
leurstellende zaken in het programakkoord. Nu de praktijk
schijnt mee te vallen blijkt het zo te zijn dat de heer Koekkoek
een fervent verdediger is van een jaarlijks sluitende begroting.
De heer KOEKKOEK
Ik ben een verdediger van het programakkoord, waaraan de grote
partijen loyaal meewerken, net zoals U.
De heer TAKS
Het ligt in de lijn van de verwachting dat de P.v.d.A. kan wor
den gewonnen voor een politiek jaarlijks begrotingsevenwicht. In
dat geval zullen de college-onderhandelingen in 1990 zeer voor
spoedig kunnen verlopen. Het lijkt er nu toch een beetje op dat
de heer Koekkoek een andere weg ingaat. Door al de interrupties
van vanavond lijkt het erop dat ik mij vergist heb; ik dacht dat
hij het principe van de jaarlijks sluitende begroting tot zijn
geestelijk eigendom had gemaakt. Dat blijkt niet zo te zijn. Ik
denk dat het volgend jaar echt nodig is, dat de V.V.D. en het
C.D.A., de P.v.d.A. in de boeien slaan. De heer Koekkoek hecht
erg aan programakkoorden en de stipte naleving daarvan.
De heer KOEKKOEK
Ik hecht ook aan de uitspraak van de kiezers. Ik vind dat U al
Uw bespiegelingen maar voor U moet houden, totdat de kiezer in
Breda gesproken heeft. We praten dan wel verder.
De heer TAKS
De heer Koekkoek zal deels zijn tekst moeten herschrijven, want
dit is nooit uitgesproken. Een vlotte gang van zaken is zeker
ook gediend met de door de wethouder van financiën geschetste af
stemming van de Kadernota 1991» opgesteld onder de huidige raad
en het programakkoord 1990-199^. Deze Kadernota zal een geactua
liseerd beeld bevatten van het financieel meerjarenperspectief
voor de nieuwe raadsperiode, een geactualiseerde risico- en re
servepositie en een opsomming van onontkoombare knelpunten. Daar
mee hebben de onderhandelaars de beschikking over een raamwerk
dat in 1986 node werd gemist. Door ruimte voor nieuw beleid in
de Kadernota open te laten en de witte plekken pas bij de onder
handelingen in te vullen, kan er recht worden gedaan aan de nieu-