2 MAART 1989
119
nog een keer gedaan, dus hebben wij in richting van wethouder
Van Raak opnieuw geen vragen. Wat betreft de sector cultuur en
onderwijs het volgende. We moeten de nota's die zijn toegezegd
voor april afwachten, voordat we feitelijk kunnen gaan praten
over wat we met de sector cultuur aanmoeten. Aangegeven is dat
bij het investeringsplan een mogelijke mede-prioriteit gesteld
zal gaan worden voor deze sector. Dat verheugt ons uiteraard
zeer. We moeten kijken welke voorzieningen we hebben en naar wel
ke voorzieningen we toe willen. Alleen in de investeringssfeer
praten, zou wel eens te weinig kunnen zijn. Of dat zo is zal moe
ten blijken uit de notitie, maar daar moeten wij als raad onz&
verantwoordelijkheid voor nemen. Onze opmerking ten aanzien van
het budget, waarin tot nu toe de bezuinigingen zijn verwerkt,
blijft uiteraard recht overeind staan. Wat betreft onderwijs
schoolcontactpersonen etnisch-culturele groepen het volgende.
Binnen het onderwijs-voorrangsgebied wordt vooral aandacht be
steed aan de etnisch-culturele groepen. Van belang zou zo'n
schoolcontactpersoon in die richting zeker zijn. Graag zouden
wij van het college horen of het college zo'n contactpersoon van
groot, zo niet van essentieel belang vindt voor het welslagen
van het benaderen van deze groepen in het kader van het onder
wij svoorrangsgebiedKan het college, los van de discussie waar
de centen vandaan komen en wie wat betaalt, de noodzaak en het
belang van een dergelijk persoon onderschrijven? Als dat het ge
val is, kunt U dan duidelijkheid geven over de reden waarom de
claim in deze richting vooralsnog niet gehonoreerd is?
De heer BOSHART
In de beantwoording in eerste termijn heeft U er geen geheim van
gemaakt dat U de bijdrage van de links-radicale fracties maar ma
tig op prijs stelde. Ik kan me herinneren dat U zinsneden ge
bruikte als "cynische inbreng" en "luis in de pels". Afgezien
van het feit dat U kennelijk het verschil niet weet tussen sar
castisch en cynisch, ben ik niet ontevreden met deze kwalifica
ties. Ik begrijp best dat de discussiebijdrage van de Lisa-frac-
tie verstorend heeft gewerkt. Verstorend op het fijne, warme
wij-gevoel, dat zich de afgelopen maanden in het college rond
het stedelijk knooppunt heeft gevormd. Het lag ook niet in onze
bedoeling om het college van burgemeester en wethouders te beke
ren. Wat wij wel uit tal van reacties hebben gemerkt is dat onze
bijdrage tot de discussie heel wat mensen tot nadenken heeft ge
zet, en dan veelal op een wijze en in een richting die nogal kri
tisch staan ten opzichte van de knooppunt-ideologie. Daarmee
heeft de Kadernota-behandeling al voor een belangrijk deel aan
onze doelstellingen voldaan. De wethouder van economische- en
personeelszaken geeft blijk van een gebrekkige luistervaardig
heid, met name daar waar ik sprak over het probleem van de exter
ne advisering. Zijn suggestie dat de Lisa-fractie zich eigenlijk
verzet tegen externe advisering in het algemeen is beslist on
juist. Ook wij zien wel degelijk in voorkomende gevallen het be
lang in van ingehuurde deskundigheid. Dat is echter niet ons
punt. Wij spraken onze verontrusting uit over de herhaalde malen
waarin naar externe adviseurs gegrepen moest worden, om de gevol
gen van mis-management te kunnen opvangen. Onze vraag was in hoe
verre de f 350.000,voor de omvorming van secretarie naar de