2 MAART 1989
122
ren van Inspraakprocedures en al dat soort zaken krijg je als
antwoord: de tijd van beleidsnotities is voorbij, we doen het
wat flexibeler en we willen de laatste ontwikkelingen meenemen.
Bij de beantwoording inzake de sector cultuur wordt met nadruk
gezegd hoe belangrijk die notities zijn en waar het beleid op ge
baseerd is. Hetzelfde geldt voor de sportnota. Toch zie ik dat
men op onderdelen een geheel andere visie heeft over het formule
ren van het beleid en de kwaliteit van het beleid. Ik zou graag
willen dat U daarop terugkomt. Een ander punt is hoe de gemeente
raad over zaken die in Breda spelen geïnformeerd wordt en hoe
met die zaken wordt omgegaan. Als voorbeeld noem ik het inspraak-*
plannetje voor de woonwagenlocaties. Uitdrukkelijk is door de
wethouder namens het hele college gezegd: 2 locaties, over geen
enkel andere wordt gepraat, landelijke richtlijn, en we kunnen
niet anders. De burgemeester is gelukkig zo verstandig geweest
om na te gaan of er toch andere locaties op tafel konden komen.
Dat is op zich heel verstandig, het doet alleen een beetje merk
waardig aan. In de commissie wordt je zo 'unaniem en ook op een
arrogante manier te kijk gezet in de zin van: bemoei je er niet
mee, we hebben het voor jullie uitgezocht en dat moet je niet
doen. Het resultaat van de inspraak voor woonwagenlocaties is
dat de mensen zeggen: de Rithsestraat willen we niet. Vervolgens
komt er een ander voorstel. Over dit soort zaken zeg ik: kon dat
niet anders, kon dat niet eerder in overleg met de woonwagenbewo
ners, kun je dat niet beter doen? Het gaat er mij niet om om be
leidsnota's en dat soort zaken te krijgen, maar ik denk dat je
met een stukje creativiteit daarop beter kunt inspelen en veel
onrust kunt voorkomen. Hetzelfde is gebeurd met de contourenno
ta. De afrondende discussie daarover moest in beslotenheid
plaatsvinden. Ik vind dat dat niet moet gebeuren. Ik heb wel de
indruk dat er op dit moment beter met de in voorbereiding zijnde
beleidsnotities wordt omgegaan. Over de Zuidelijke Rondweg heb
ik herhaalde malen gevraagd: hoe is de gang van zaken? Door wet
houder Welschen is toentertijd gezegd dat in 1987/1988 de onder
handelingen met het rijk afgerond zouden zijn en dat dan de za
ken naar de gemeenteraad komen. We hebben nog niks ontvangen. Ik
heb nog eens vragen gesteld en toen bleek dat na de zomervakan
tie de alternatieven met financiële plaatjes richting raad zou
den komen. We hebben nooit begrepen waarom die alternatieven
nooit op tafel zijn gekomen. Toen kwam er plotseling een notitie
met een mooie tijdsplanning er achter. Zo wordt de procedure ons
voorgesteld, zo gaan we handelen en over de hoofduitgangspunten
valt niet meer te praten. Vervolgens blijkt, waarschijnlijk als
gevolg van de nodige reacties vanuit de bevolking en misschien
ook vanuit enkele politieke partijen, dat die zaak toch weer an
ders op de rails gaat komen en dat een extern bureau een alterna
tief, of misschien meerdere alternatieven, op tafel gaat bren
gen. Ik vraag me af: moet je op die wijze tot besluiten komen?
Ik vind dat het college kritisch moet zijn met de manier waarop
zij zaken naar de raad presenteert. U zegt dat U de procedure op
die wijze volgt, om de laatste informatie erbij te willen heb
ben, zodat U de gemeenteraad optimaal kunt informeren. Toch vind
ik dat U in Uw beantwoording niet echt ingaat op datgene wat ik
aangedragen heb en ik zou graag willen dat U in tweede instantie
daarop terugkomt. Het tweede punt is de knooppuntstatusDe heer