2 MAART 1989
130
denk Ik dat het goed Is om de feitelijke presentatie van het mi
lieu-beleidsplan en de daaruit voortkomende effecten af te wach
ten. Gezien de afspraken die in het programakkoord staan, kunnen
wij van dit college geen voorstellen verwachten met betrekking
tot gedifferentieerde tarieven. Het college is wel met U van me
ning dat de milieukosten nadrukkelijk bezien moeten worden voor
wat betreft de druk op de inkomens. Voor zover daar, naar aanlei
ding van de presentatie, aanleiding toe is, is het college graag
bereid om samen met anderen de zorgen erover kenbaar te maken,
maar dat is een algemeen uitgangspunt voor het college. Als U
het zo bedoelt dan kan ik daar in positieve zin op ingaan en ik
hoor het dan eventueel wel als dat niet het geval is.
De heer KOEKKOEK
Zo heb ik het ook bedoeld. Ik heb mijn tekst er ook nog bijlig
gen. Ik heb gevraagd: wat kunnen we op locaal niveau doen en
wilt U stappen ondernemen richting V.N.G. Brabant en V.N.G. lan
delijk om die problematiek aan de orde te stellen. Dat neemt
over en
De heer BOSHART
Wil dat zeggen dat de heer Koekkoek onze motie ondersteunt?
Wethouder RöMKENS
Nee, dat heeft niets met de motie van Lisa te maken. De heer
Koekkoek heeft het over het milieu-beleidsplan en U bent ook be
gaan met het milieu, dus U kent dat plan waarschijnlijk ook,
ook al is het nog niet uitgekomen. Daar doelde hij op, maar hij
kan ook voor zichzelf spreken. In de richting van de heer Sinke
met betrekking tot de investeringsimpuls 1990 het volgende. Op
dit ogenblik kan ik daarop geen concreet antwoord geven. In ie
der geval komt er een extra investeringsimpuls 1990. Het kabinet
heeft het voornemen die te verdelen naar analogie van de verde
ling van 1989. Maar er is een motie die aanleiding is geweest
tot gedeeltelijk terugdraaien van de oorspronkelijke verdeelsleu
tel. Met het opnemen van de investeringsimpuls in het investe
ringsprogramma heeft het college daarmee rekening gehouden. Dat
betekent dus voor Breda, dat wij vooralsnog moeten rekenen op
een extra impuls van 390.000,in vergelijking met de
780.000,van 1989. Dat is de feitelijke situatie op dit mo
ment. Vanaf 1990 zal er een eerste aanzet met een outputbegro-
ting komen. De bedoeling is dat alle diensten daaraan werken. Ik
heb niet de indruk dat elke dienst even ver is, maar ik zeg na
drukkelijk: een eerste aanzet. Het zal zeker wel enkele jaren du
ren voordat het fenomeen outputbegroting met produktspecificatie
volledig gerealiseerd is. Met betrekking tot buurtbeheer en de
evaluatie verantwoordelijkheidsgevoel het volgende. Tegen de ach
tergrond van het feit dat buurtbeheer in een experimentele fase
is, en rekening houdend met het gegeven dat een experiment al
tijd onzekerheden in zich heeft, zal ik dit fenomeen nadrukke
lijk meenemen en ook in de evaluatie betrekken. In de richting
van de heer Taks met betrekking tot zijn aandacht voor de cultu
rele sector en onoplosbare problemen bij de begroting 1990 het
volgende. Ik kan hem toezeggen dat de eventuele mate van onoplos-