2 MAART 1989 138 De heer SINKE Ik heb alleen maar geprobeerd om het zo te vertalen dat, als je meer wilt doen aan de rioolstelsels je dan ergens Investerings ruimte vandaan moet gaan halen. Dat kan niet komen uit een nor maal Investeringsvolume, dus zul je moeten gaan praten over ver hoging van de rechten. Dat Is de conclusie die U ook trekt. De heer KOEKKOEK We moeten nog een discussie voeren over het investeringsplan en wellicht dat je daar andere keuzes in maakt. Wethouder RATTINK Ik hoef niets meer te zeggen blijkbaar. Wat dat betreft sluit Ik me aan bij het feit dat we Inderdaad die discussie nog moeten voeren. In eerste Instantie heb Ik de toetsing van het provincia le rioleringsstructuurplan aangegeven. Daarbij komen we op de he le situatie met betrekking tot de riolen terug. Wethouder ADANK Het belang van het werk van de schoolcontactpersoon wordt zeker door het college onderstreept. Dat is mijn eerste antwoord in de richting van de heren De Bruijn en Koekkoek. In eerste termijn heb ik nog gesproken over de onduidelijkheid van de claim. Het college heeft met die onduidelijkheid willen aangeven dat het niet ging over de inhoudelijke zin van de schoolcontactpersoon, maar over de financiële kant van de zaak. In eerste termijn heb ik ook geantwoord dat de kwestie van de schoolcontactpersoon on ze aandacht blijft houden; daar vroeg U in tweede termijn nog eens uitdrukkelijk naar. Die aandacht wordt ook betrokken bij de discussie die wij nog gaan voeren ten aanzien van de bekostiging van het onderwijsvoorrangsgebied vanuit het rijk en de gemeente per 1 augustus 1990. De onduidelijkheid zit vooral in de financi ële dekking voor 1990. Het ligt in de bedoeling dat het college zich vóór de begroting 1990 ten aanzien van de schoolcontactper soon definitief uitspreekt. Wij hopen deze kwestie voor eind 1989 te bespreken in de commissie onderwijs en educatie. Dat heb ik een aantal weken geleden, ook in de commissie en in de eerste termijn gemeld. De heer DE BRUIJN Als ik de wethouder goed interpreteer betekent dat, dat hij de schoolcontactpersoon dusdanig belangrijk vindt, dat hij in ieder geval moet komen. Ten aanzien van de financiën moeten wij nog af wachten of het rijk betaalt of de gemeente. Wethouder ADANK U weet dat de bekostiging van de schoolcontactpersoon 40.000,bedraagt en bestaat uit 4 componenten: 10.000, O.V.G., O.B.D., M.D.S.O. en onderwijs en educatie. Over de compo nent O.V.G. van 10.000,is onzekerheid. Het college heeft ge zegd dat het op inhoudelijke gronden, gelet op een aantal crite ria vanuit het onderwijsveld en de discussie die we met het O.V.G. voeren, de schoolcontactpersoon bijzonder belangrijk vindt. We willen de discussie over de financiële vertaling nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 138