26 JANUARI 1989 13 schrijft. Voor wat betreft de opmerking van mevrouw Heerkens in verband met het betrachten van de soepelheid het volgende. Dit kan uiteraard. Zij spreekt over vooruitbetaling, maar dat creëert een probleem. Wanneer je vooruit gaat betalen betekent dat, dat de betreffende persoon zo'n 2 A 3 keer moet terugkomen, willen we in het kader van de bewaking een controle-element in bouwen. Wij hebben gepoogd een regeling te maken, waarbij de per ceptiekosten zo laag mogelijk zouden zijn. Dat betekent dat we alleen maar betalen, nadat de betaling is geschied. Dat kan bin nen 1 dag en maximaal binnen 2 weken. Voor wat betreft de voor uitbetaling moet ik U teleurstellen, want dat ligt niet in de be doeling Mevrouw HEERKENS Ik denk dat dit een misverstand is. Ik bedoel dat deze mensen zelf de bedragen vooruit moeten betalen en dat wij dan na enkele maanden kunnen gaan vergoeden. Wethouder VAN RAAK Binnen 2 weken wordt dit vergoed. Voor wat betreft het voorlich tingsbeleid heb ik U reeds toegezegd, dat we U daarvan zo snel als mogelijk in kennis zullen stellen. Het standpunt van de V.V.D. komt mij niet vreemd voor. Ik verwijs daarbij naar de be grotingsbehandeling Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX U onderstreept het dan? Wethouder VAN RAAK Nee, ik onderstreep het niet. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX U zegt dat het U niet vreemd voor komt. Wethouder VAN RAAK Ik herkende het, omdat U het al eerder had betoogd bij de begro tingsbehandeling. Het college blijft echter bij dit voorstel. Op basis van onze berekeningen met betrekking tot het steunfonds moet de jaarlijkse toevoeging van f 207.000,voldoende zijn om de aanvragen die op het steunfonds worden gedaan te kunnen hono reren. Dientengevolge is er nu geen reden om de f 285.000,aan de f 207.000,toe te voegen. Wat betreft de opmerking dat we scherpere kriteria zullen moeten toepassen wanneer we binnen het bedrag willen blijven, dit heeft betrekking op het sportfonds, verwijs ik opnieuw naar de berekening die ik zojuist heb ge maakt. Onze veronderstelling is dat we dat niet hoeven. Mocht op een gegeven moment blijken dat het bedrag op is, dan ligt daar een vervolg. We moeten dat dan in onze evaluatie weer meenemen om te kijken of deze juridische regelingen passen of dat we iets heel anders moeten doen, gegeven het feit dat dit soort proble men in de loop van het jaar wellicht tevoorschijn kunnen komen. Een andere spreker zei, dat we al werkend zullen merken hoe het een en ander uitwerkt. Dat is een waarheid die onderschreven kan worden. De heer Boshart constateert dat er 2 stappen voorwaarts

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 13