2 MAART 1989 141 Wethouder ADANK Ik heb vanaf oktober alleen de buitengevel van dit pand uit 1308 bestudeerd en ik ben niet op inhoudelijke gronden ingegaan in mijn beleidsvoorbereiding. Maar wellicht dat wethouder Rattink daar iets over kan zeggen. Wethouder RATTINK Op dit moment is nog niet bekend wat ermee gaat gebeuren. We krijgen het complex ook niet in één keer, we krijgen het in ver schillende fases en dat hangt ook weer af van de ontwikkelingen bij defensie en van de vraag hoe hard wij hem denken nodig te hebben. Een definitieve invulling zal de nodige creativiteit vra gen. De heer GARRITSEN Maar op dit moment is niet bekend wanneer defensie weggaat? Wethouder RATTINK Nee De VOORZITTER We gaan over tot afhandeling van de volgende stukken. We begin nen met de moties. Motie nr. 1 van het C.D.A. met betrekking tot de stadsverwarming. Mag ik vragen wie een stemverklaring wenst en wie deze motie steunt? De heer KOEKKOEK Op het eind van de tweede termijn sprak de heer Garritsen, naar aanleiding van deze motie, een aantal woorden richting mijn frac tie-genoot de heer Boer, alsof hij vroeger op een bepaalde wijze was omgegaan met de stadsverwarming en alsof hij er nu blijkbaar anders tegenaan kijkt. Voor alle duidelijkheid: de heer Boer heeft altijd gezegd dat er toen om financiële gronden, met name omdat het zoveel geld zou moeten kosten voor burgers, problemen waren. Uit milieu-oogpunt heeft hij altijd verklaard stadsverwar ming een goede zaak te vinden. Het feit dat ook in deze motie is opgenomen dat het voor de gebruiker niet tot hogere kosten mag leiden dan bij gebruik van aardgas, én het sterke belang dat ge geven wordt aan het milieu is voor mijn fractie aanleiding ge weest zeer intensief over deze motie te spreken. Waarom? Vanwege de manier waarop de idee van deze motie naar voren kwam, terwijl wij begrepen hadden dat de thematiek ook op een andere wijze aan de orde was gekomen. Dit gaf ons het gevoel van: is dat nu de ma ller waarop je met elkaa^ moet omgaan? We zijn erover heen ge stapt, want we vinden de inhoud dermate belangrijk, dat wij deze motie steunen. De heer DE BRUIJN Aansluitend bij de heer Koekkoek zijn wij ook niet echt gelukkig met de manier waarop deze motie is ingediend. Met name vanuit de kant van de V.V.D., de heer Berkhout, is deze hele zaak in de commissie duidelijk aangekaart. De wethouder heeft actie onderno men richting V.N.G. en daarom vinden we het jammer dat het C.D.A. op deze manier met deze motie komt. Ik denk dat je als collegepartij op een andere manier met elkaar moet omgaan. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 141