22 MAART 1989
170
Wethouder VAN RAAK
Het buitenterrein hoort bij het totale budget. Het buitenterrein
is echter nog niet aangelegd. Wij proberen daar te versoberen.
Dat betekent dat we uit een bedrag van f 18.000,hetgeen voor
het buitenterrein was bestemd, f 10.000,willen inzetten voor
de akoestiekmaatregelen in eerste instantie. In hoeverre deze
toereikend zijn moeten we bekijken. Daar stonden de leden van de
commissie M.D.S.O. argwanend tegenover. De inrichting van het
buitenterrein zal dus soberder moeten gebeuren.
De heer GARRITSEN
Wij gaan met pijn in het hart akkoord, want het gebouw staat er"
al en de aannemer zal toch betaald moeten worden. Ik hoop dat nu
de discussie op gang zal gaan komen om het beter te gaan doen.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van D'66 en Lisa ge
acht willen worden te hebben tegengestemd.
57. BESLUITEN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN V.R.O.M. M.B.T. DE
N.K.S.-REGELING EN DE REGELING GELDELIJKE STEUN VOORZIENIN
GEN HUURWONINGEN.
58. NAAM- EN STATUTENWIJZIGING VAN DE STICHTING WOONWINKEL.
59- INSTELLEN VAN EEN "FONDS OPBRENGSTVERSCHILLEN OPENBAAR VER
VOER"
Akkoord
60. BESTEMMINGSPLAN PASTOOR VAN SPAANDONKSTRAAT (GED. HERZIENING
1983/1 VAN HET BESTEMMINGSPLAN HEILAAR 1971).
De heer MARTENS
Ik moet een korte stemverklaring afleggen, omdat ik het voorstel
heb teruggenomen naar mijn fractie, omdat er in het preadvies
dat in de commissie behandeld is, een dwingend karakter lag voor
met name de winkeliers in de aanloopstraten. Op het verzoek van
mij en enkele kleinere fracties is dit zó gewijzigd, dat er nu
wordt gesproken over het verzoeken van de winkeliers om overge
plaatst te worden. Dit kan gehonoreerd worden. Het dwingende ka
rakter is eruit. Als zodanig gaan wij akkoord met dit preadvies.
De heer DE LEEUW
Wij zijn één van de kleinere fracties die mijnheer Martens be
doelde en kunnen daarom om dezelfde reden akkoord gaan.
De heer GARRITSEN
Het bestemmingsplan, dat nu op tafel ligt, Is niet veel meer dan
een bekend postzegelplan dat in drieën is geknipt. Dat betekent
in feite dat 2 zaken al zijn ingevuld. Het andere deel is geba
seerd op een overeenkomst tussen 2 supermarkten en de gemeente.
Ik heb de wethouder heel uitdrukkelijk gevraagd in hoeverre de
afdeling stedebouw aan bod komt, als dit soort contracten ge
maakt worden. Het heeft namelijk behoorlijk wat consequenties
voor de invulling van het gebied. Als Je op basis van besluiten