27 APRIL 1989
189
De heer BOSHART
De Lisa-fractie gaat akkoord met het voorstel, zij het niet zon
der bedenkingen. In de commissie algemene zaken hebben we al ge
steld dat de formulering van het voorstel beter ofwel scherper
zou kunnen. Het hangt ook samen met het feit wat apartheid nou
eigenlijk is. Je kunt voor apartheid zijn, daar praten we nu ver
der niet over, je kunt tegen apartheid zijn. Als je er tegen
bent dan moet je volgens ons alle mogelijke acties ondersteunen
of ondernemen die in je macht liggen. In het voorstel wordt dui
delijk uiteengezet hoe verderfelijk het apartheidsregime in
Zuid-Afrika is, en met name hoe verwerpelijk. In de aanmelding
voor LOTA is een clausule opgenomen, wat eigenlijk moeilijk in*
overeenstemming te brengen is met de omstandigheden waar de vere
niging LOTA zich tegen richt. De strijd tegen de apartheidspoli
tiek is een gewetenszaak en ik neem aan dat ook het geweten een
grondmotief is geweest voor het voorstel van het college. Dan
vinden we het toch merkwaardig dat dan dat geweten als het ware
uit te schakelen is, omdat er in het voorstel staat: "het door
het rijk gevoerde buitenlandse beleid wordt doorkruist"; In zo'n
geval lijkt het net alsof een goed en waardevol politiek stand
punt ineens geen waarde meer heeft, als het rijk zal besluiten
om ten opzichte van Zuid-Afrika en van het apartheidsregime haar
buitenlandse politiek te wijzigen. Dat lijkt ons een hele slech
te zaak. Niettemin, wij juichen het toe dat Breda zich aangeslo
ten heeft bij LOTA en wij zien dat als een eerste stap in een he
le goede richting.
De heer GARRITSEN
Ook ik vind het een goede zaak dat Breda lid wordt van de vereni
ging LOTA. Ik denk dat het college, één lid uitgezonderd, langza
merhand het besef krijgt dat je ook als locale overheid taken
hebt, die de locale overheid misschien wat overstijgen. Ik denk
heel concreet aan ontwikkelingssamenwerking. Discussies daar
over, werden in het verleden enkel door progressieven en linkse
partijen gevoerd. Raadsbreed wordt ontwikkelingssamenwerking nu
als een locale taak gezien. Datzelfde geldt voor apartheid. We
vinden dat de strijd tegen apartheid ook op locaal niveau gestal
te dient te krijgen. Als zodanig onderschrijft het college de
doelstelling van de vereniging LOTA en daar ben ik heel verheugd
over. Met mij hebben meerderen het idee dat we door het lidmaat
schap van LOTA nu toch een stapje verder gaan, want in feite be
tekent het, dat we toch een aantal concrete activiteiten doen om
het apartheidsregime in Zuid-Afrika verder te bestrijden. Het
college zegt daarbij"we moeten wel oppassen dat we binnen de
grenzen blijven die de landelijke overheid ons stelt, zodat we
niet daarmee in strijd handelen". Ik kan me die argumentatie
voorstellen. Maar ik denk dat je Je ook moet afvragen hoe ontwik
kelingen vaak tot stand komen. Vaak worden vanuit de locale poli
tiek discussies aangezwengeld en door er steeds op te blijven ha
meren dat zaken veranderd moeten worden, gebeurt het dat het
rijk haar opstelling wijzigt. Het college zegt in het voorstel,
en dat is ook een punt waar de V.V.D.-fractie op wijst, dat het
lidmaatschap niet betekent dat we unaniem achter alle besluiten
van LOTA staan. Eén van die zaken is resolutie nummer 1, die de
vereniging aangenomen heeft. Ik zou van het college graag willen