27 APRIL 1989 190 weten waarom ze resolutie nummer 1 niet ondersteunt. Het komt mij over, gezien de discussie in de commissie algemene zaken, dat die resolutie uitgelegd wordt als een boycot-motie en dat kan eigenlijk niet. Die zaken worden vernietigd. Maar als je re solutie nummer 1 ziet dan zitten er meer elementen in. Ik noem er een aantal. Geen produkten en diensten uit Zuid-Afrika en Na mibië aan te kopen. Daarentegen zoveel mogelijk produkten uit de landen rondom Zuid-Afrika en Namibië aan te kopen en met name die produkten in de frontlijn staten te ondersteunen, die hun economische onafhankelijkheid van Zuid-Afrika versterken. Het be drijfsleven aan te moedigen de economische relaties met Zuid- Afrika en Namibië af te breken en de economische relaties met landen in de onmiddellijke omgeving met Zuid-Afrika en Namibië uit te bouwen. Ik denk dat deze punten uit resolutie nummer 1 niet in strijd zijn met het landelijk beleid. Ik denk dat je als locale overheid die zaken kunt onderschrijven. Het is dan natuur lijk wel een gegeven dat we dan heel uitdrukkelijk zeggen: we boycotten bepaalde bedrijven. Zoals U ongetwijfeld zult weten ben ik er voorstander van om dat te gaan doen, los vah het be leid dat de rijksoverheid op dat terrein voert. Als vervolg .op resolutie nummer 1 heeft de vereniging LOTA een aantal rechtsge leerden opdracht gegeven om die motie verder uit te zoeken. Ik heb dat in de commissie algemene zaken gemeld. In een brief van 3 april, die gestuurd is naar alle locale overheden die lid zijn van de verening, staat dat een zogenaamd voorkeursbeleid gevoerd zou kunnen worden door de locale overheid. Dat is een uitvoering van resolutie nummer 1. Het verzoek van LOTA is, maar ik denk dat we daar later nog wel op terugkomen, om in september van dit jaar die motie in die gemeenteraden van alle steden die lid zijn van LOTA in te dienen. Ik denk dat het een goede zaak is als het college dat doet. Rechtsgeleerden hebben aangegeven dat deze mo tie, die unaniem aangenomen is op 31 maart door de vereniging LO TA, niet in strijd is met het landelijk beleid en toch als ef fect heeft dat je door het voeren van het voorkeursbeleid duide lijk stelling neemt tégen het anti-apartheidsbeleid in Zuid-Afri ka. Ik wil met name dit punt nu aanhalen, omdat in een ander voorstel inzake het gemeentelijk verkooppunt van brandstoffen het college duidelijk gezegd heeft: we kiezen niet voor Shell, en dan heel zachtjes er achter aan: ook niet voor andere bedrij ven, maar we kiezen voor Esso. Het feit dat we niet voor Shell kiezen vind ik op zich een prima zaak. Ik had overwogen om dien aangaande met een motie te komen, om dat bevestigd te krijgen, omdat het in de commissievergadering onduidelijk is gebleven. Ik denk dat het niet nodig is, omdat ik van U verwacht dat U de mo tie van de vereniging LOTA in september in de raad brengt en daar een duidelijk standpunt over in te nemen. We zijn lid van de vereniging, maar dat betekent niet alleen, en dat proef ik toch een klein beetje uit de opstelling van de C.D.A.-fractie, dat we gaan kijken wat die vereniging ons aanlevert en dat we gaan beoordelen wat we daarmee kunnen doen. Los van de discussie over de boycot of het voorkeursbeleid, denk ik dat er ook een aantal andere zaken is; ook de C.D.A.-fractie heeft die commis sie algemene zaken genoemd. Ik zou graag ter discussie hebben hoe we concrete activiteiten, bewustwordingsactiviteiten, stimu leren van een aantal projecten in Zuidelijk Afrika, van de grond

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 190