27 APRIL 1989
203
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Wethouder RöMKENS
Namens het college deel ik U mede dat dit van mening is, dat op
een correcte wijze uitvoering wordt gegeven aan het raadsbesluit
van 22 december; dat over alle vragen die de heer Garritsen
heeft gesteld relevante informatie is verstrekt, zowel in de com
missie ad hoe als schriftelijk en dat naar aanleiding van de be
antwoording van de zijde van het college niets is toe te voegen
aan de antwoorden die ik heb gegeven. Als de raad als zodanig
wenst onderdelen ter discussie te stellen rond een en ander, dan
heb ik al in de eerste termijn gezegd dat het college op een der-
delijk verzoek nadrukkelijk in constructieve zin wil reageren.
Wij hebben echter niet de indruk dat zulks het geval is.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de P.S.P. geacht
wil worden te hebben tegengestemd.
84KREDIET AD F 743.000,-- VOOR DE AANSCHAF VAN EEN TWEETAL IN-
ZAMELVOERTUIGEN T.B.V. DE SECTOR AFVALSTOFFEN VAN DE MILIEU
DIENST.
85. KREDIET AD F 276.500,— VOOR DE AANSCHAF VAN EEN INZAMEL-
VOERTUIG T.B.V. DE SECTOR AFVALSTOFFEN VAN DE MILIEUDIENST.
Akkoord
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
86. KREDIET AD F 237-700,— VOOR DE AANSCHAF EN LEVERING VAN
TECHNISCHE INSTALLATIES BIJ DE SECTOR AFVALSTOFFEN VAN DE
MILIEUDIENST T.B.V. DE BRANDSTOFVOORZIENINGEN VAN HET GE
MEENTELIJK WAGENPARK.
De heer DE LEEUW
In de commissievergadering is een ander voorstel geweest dan dat
nu op tafel ligt. Met het voorstel dat er toen lag hadden wij 2
problemen: op de eerste plaats het contract dat geregeld werd
met de P.T.T. en op de tweede plaats het feit dat er een extra
brandstofvoorziening gecreëerd werd. In het nieuwe voorstel
wordt in ieder geval geregeld dat alleen publiekrechtelijke orga
nisaties er gebruik van kunnen maken. Dat had de voorzitter des
tijds al eens toegezegd. Het tweede stuk dat men erbij heeft ge
daan is dat van de meeropbrengst een bedrag gereserveerd gaat
worden ter financiering van mogelijk toekomstige aanvullende mi
lieumaatregelen. Dat vinden bij op zich een prima zaak. Wij wil
len alleen graag de toezegging dat, onafhankelijk van de omvang
van die reserve, de toekomstige aanvullende milieumaatregelen me
teen en onverkort uitgevoerd worden als deze ter sprake komen.
De heer BOSHART