27 APRIL 1989 Als je aan een brandstoftankpunt denkt, dan denk je aan brand stof. Denk je aan brandstof, dan denk je aan brandstof leveran ciers. Denk je aan brandstof leveranciersdan denk je ongetwij feld aan de Shell. Ik had hier het een en ander over willen zeg gen, maar gezien het verloop van de discussie bij de LOTA-aanmel- ding wil ik hiervan afzien. Bovendien wil ik de heer Römkens niet weer boos maken. Ik zie dus af van mijn spreektijd. Wethouder RÖMKENS Ik ben niet boos te krijgen. De heer BOSHART Dat heb ik in de commissie gemerkt. Wethouder RÖMKENS Als dat zo lijkt, dan is dat puur functionele boosheid. Degenen die al langer in de raad zitten kennen mij op dit punt. Vanuit een zeer positieve grondhouding wil ik de heer De Leeuw toezeg gen, dat hij van dit college, en in het bijzonder van deze wet houder mag verwachten dat, wanneer er aanvullende milieu-eisen komen, deze niet afhankelijk gesteld worden van de toevallige aanwezigheid van een reserve. Van hetgeen dat wij aan anderen op leggen ten aanzien van het zich houden aan milieu-eisen, willen wij zelf een voorbeeldfunctie geven. Akkoord 87. INSTELLEN VAN EEN "FONDS EGALISATIE GASWINSTUITKERING" De heer BOSHART Het gaat over punt 5 van het besluit bij dit voorstel. Er staat namelijk dat, wanneer het egalisatiefonds zijn top heeft be reikt, de resterende gelden zullen overgaan in de algemene reser ve. In de commissie heb ik mijn verbazing hierover uitgesproken. Er is eigenlijk sprake van een boekhoudkundige truc, als gelden uit de normale capaciteit in de algemene reserve terecht kunnen komen. De wethouder heeft daar toen een redelijk antwoord op ge geven, maar ik zou graag willen dat de wethouder dat antwoord hier nog zou willen herhalen. Wethouder RÖMKENS Ik zou dat graag willen doen, als ik zou weten welk antwoord de heer Boshart bedoelt, want ik heb er zoveel gegeven in de commis sievergadering De VOORZITTER Kunt U precies aangeven wat U wederom wilt horen? De heer BOSHART Het ging eigenlijk om een toezegging. Namelijk, dat punt 5 al leen in uiterste nood gehanteerd zou worden en geen gewoonte zou worden. Wethouder RÖMKENS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 204