27 APRIL 1989
208
van de asielzoekers zelf. Er ligt een aantal claims en we consta
teren dat we voorzichtig willen zijn met het honoreren daarvan.
Er zijn daarvoor diverse plaatjes ontwikkeld. Deze zijn bespro
ken in de commissie. Naderhand heb ik de zaak nogmaals laten be
cijferen en ook dat aan U toegestuurd. De 9 woningen die nu door
de asielzoekers bezet worden, geven een te gering vermogen om al
die claims te kunnen honoreren. We hebben gezien dat het conver-
siepunt ergens in de buurt van de 16 ligt. We kunnen dan wat
meer geld van het rijk verwachten, dat we kunnen inzetten ten be
hoeve van de beroepsmatige begeleiding en ondersteuning. Of dit
zal moeten geschieden in materiële of immateriële sfeer is een
discussie die we in de commissie al hebben gevoerd. Ik heb me on
langs gewend tot de overleggroep asielzoekers en hoop dat zij
als direct betrokkene in eerste instantie daarvoor een antwoord
weet te bedenken. Mocht ze daar niet uitkomen dan is het aan de
politiek om de doorslag te geven. Er liggen namelijk verschillen
de claims, zoals bij de "S.H.A.B.bij de Stichting Vluchtelin
gen Breda en bij de G.S.D. Straks weten we precies wat de moge
lijkheden zijn. De heer De Leeuw vraagt om met verschillende
plaatjes te komen. Ik moet hem, voor wat betreft het plaatje dat
hij veronderstelt, teleurstellen. Ik wil U erop wijzen dat we de
Kadernota hebben gehad. Het college is niet van plan om U voor
stellen te doen om uit gemeentelijke middelen daarin bij te dra
gen. Wij zijn van oordeel dat in het geld dat door het rijk be
schikbaar wordt gesteld voldoende ruimte te vinden moet zijn om
de beroepsmatige ondersteuning, die wij nodig achten, te realise
ren.
De heer DE LEEUW
We krijgen nog een Kadernota 1991 waarin ruimte gecreëerd zou
kunnen worden. Het lijkt ons voor de discussie simpel om wel met
alternatieven te komen, waarbij eventueel extra gemeentemiddelen
betrokken worden. Puur voor de discussie.
Wethouder VAN RAAK
Puur voor de discussie kan ik U een indicatie geven van wat dat
zal gaan kosten. Als U vindt dat dat ingezet zal moeten worden
bij de Kadernota 1991» dan kunt U met voorstellen komen. Toen
wij de R.O.A.-regeling aangingen hebben wij afgesproken, dat dat
op deze manier zou gaan. Dat betekent dat in de middelen die het
rijk beschikbaar stelt, de financiële mogelijkheden en de finan
ciële rek te vinden zouden moeten zijn voor begeleiding in be
roepsmatig opzicht. Ik ben niet van plan het college voor te
stellen anderszins in deze op te treden. Ik hoop dat het college
mij daarin zal ondersteunen. Mevrouw Heerkens kunt U tegelijker
tijd met de evaluatie berichten over de sociaal-culturele activi
teiten. U weet dat daar een aanvullende subsidiepot voor be
staat, en we zijn voornemens die aan te vragen. We zullen daar
dan zicht op krijgen. Ik ben bereid dit te doen.
Akkoord.
90. NOTA GEHANDICAPTENBELEID.
Mevrouw KRIENS