27 APRIL 1989 De Evaluatienota is uitgebreid behandeld in de commissie. Wat verwarrend is de discussie over de cijfers. We kunnen met cij fers uiteraard alles bewijzen, maar als we allemaal van verschil lende cijfers uitgaan, dan moeten we voor de toekomst duidelijk heid scheppen. Met name de trend die uit de cijfers blijkt is be langrijker dan de cijfers zelf. Het enige probleem dat wij met deze nota hebben is dat wij een Evaluatienota zouden moeten gaan aannemen als zijnde beleidslijn. Dat vinden we een uiterst merk waardige constructie, want een Evaluatienota geeft een evaluatie van het verleden aan. Daaruit volgen enige beleidsuitspraken. De ze zijn ook opgenomen in het besluit van het nieuwe voorstel. Ik wil het college vragen of wij de Evaluatienota voor kennisgeving kunnen aannemen. Mevrouw VAN BERGEN Ik heb enkele opmerkingen bij dit raadsvoorstel. Ten eerste is de evaluatie erg laat. Ten tweede geeft de notitie de indruk dat er strijd gevoerd wordt over de interpretatie van cijfers en per centages die erin genoemd staan. De heer De Bruijn zegt dat we een trend moeten aangeven, maar dan moet je wel weten welke trend. Als er cijfers gebruikt worden, dan vind ik dat deze een duidig naar voren moeten komen en dat er geen twijfel moet be staan over enerzijds de ambtelijke uitleg en anderzijds de uit leg van de S.W.B. De S.W.B. geeft vervolgens weer een afwijkend commentaar op deze cijfers. Ik heb altijd geleerd dat evaluatie het bepalen van de waarde Is, maar dat wordt op deze manier wel erg moeilijk gemaakt. Wat betreft de wijziging van de systema tiek het volgende. De wachttijd voor ouderen wordt te lang. Ge zien de vergrijzing zal de wachttijd alleen maar toenemen. Daar om is de V.V.D.-fractie ook akkoord met de aanpassingen die hier genoemd worden ten gunste van ouderen van 55+ jaar. Overigens gaan wij ook akkoord met de 2 andere wijzigingen die in de syste matiek staan aangegeven. Ik wil nog één kanttekening plaatsen bij het voorstel. Onze fractie vindt het merkwaardig dat de raad dit besluit neemt zonder dat gelijktijdig een aanpassing van de verordening wordt toegevoegd. Ik heb begrepen dat daar nog een apart voorstel over komt, want dit staat in de vierde alinea van het raadsvoorstel. Kan de wethouder de raad vanavond een reden noemen voor deze wellicht "nieuwe" werkwijze? De heer W. VAN DONGEN Over de actuele waarde van deze gemeentelijke evaluatie van de S.W.B. is in de commissie al uitvoerig gesproken. De cijfers van 1987 bespreken in 1989 en het feit dat er dan nog onduidelijk heid is over de cijfers en interpretatie-verschillen zijn van de cijfers, tussen de S.W.B. en de gemeente, schets enige verwar ring. Wij willen U vragen om dit bij de volgende evaluatie duide lijk met elkaar In relatie te brengen en de interpretatie-ver schillen van te voren door te spreken, zodat er duidelijkheid is over de waarde en de functie van deze evaluatie. Duidelijk is wel dat een evaluatie geen beleidsvoornemen is. Het beleidsvoor nemen ligt straks in de verordening en we nemen vanavond dit voorstel aan om een aantal zaken in die woonrulmtesystematiek te wijzigen. Daar ligt ons beleid mee vast. Een belangrijk punt voor de C.D.A.-fractie in de commissievergadering is geweest het 211

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 211