1 JUNI 1989
223
Akkoord
116. DEFINITIEF INSTELLEN VAN EEN FONDS TOT HET BEHEER VAN GELDEN
WELKE ZIJN GEÏND O.G.V. ARTIKEL 56 WONINGWET.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
In dit voorstel gaat het om de definitieve instelling van een
fonds tot beheer van de gelden die geïnd zijn op grond van arti
kel 56 van de Woningwet. De raad heeft op 28 oktober 1981 al be
sloten tot instelling van dit fonds. Toen zei de V.V.D.-woordvoer
der al dat het fonds een zware ambtelijke procedure zou vergen
voor een gering effect. De tijd heeft hem blijkbaar in het gelij'k
gesteld, want vanaf 1982 tot nu is vrij beschikbaar
f 69.OOO,Wat voor verrichtingen voor dit effect gedaan moes
ten worden is ons onbekend. Het totaal aantal aanvragen voor ont
trekking bleef namelijk buiten onze waarneming, evenals niet geëf
fectueerde onttrekkingen. Ook het aantal onttrekkingen van minder
dan 5 jaar, waarvoor de gelden dus gereserveerd moesten blijven
en teruggestort moeten worden, bleef ons buiten beeld. Ik denk
dus dat je mag constateren dat het toch een heleboel werk is voor
f 70.000, We gaan het nu instellen. Daar zijn wij niet tegen.
Wij hebben alleen 2 vragen. Ten eerste: waarom moest het van 1981
tot nu duren voor het besluit tot instelling van dit fonds uitein
delijk in daden werd omgezet. Ten tweede: waarom staan er nog en
kele bedragen zo lang open. Ik heb navraag gedaan en het gaat om
f 30.000,die achterstallig nog niet betaald zijn.
Wethouder RöMKENS
Mevrouw Van Bergen heeft op zich gelijk dat veel werk moet ge
schieden om uiteindelijk tot een netto-besteedbaar bedrag van
f 70.000,te komen. Ik moet er alleen op wijzen dat f 70.000,
het netto-besteedbaar bedrag op dit ogenblik is en dat wil niet
zeggen dat het totaal van het fonds dit bedrag omvat. Het totaal
omvat meer. Er is nog een aantal posten die geïnd moeten worden.
Waarom van 1981 tot nu. U weet dat op een bepaald ogenblik, met
name vanuit Uw fractie, gevraagd is hoe lang het nog zou duren
voordat het fonds zou worden Ingesteld. Toen is er een toezegging
gekomen. Ik wil daar echt niet moeilijk over doen. De indruk be
staat dat het besluit is genomen, maar door allerlei achteraf ver
klaarbare maar desalniettemin niet tolerabele redenen is geen uit
voering aan dit raadsbesluit gegeven, het is stomweg vergeten.
Daar is geen enkel excuus voor, maar toen wij naar aanleiding van
de financiering Brabantpark daarmee geconfronteerd werden, heb ik
toegezegd bij de Kadernota 1990 dat ik het zou presenteren. Ik
heb U ook gezegd dat het wel gereed was voor het college maar nog
niet als raadsbesluit. Er moest veel voor gespit worden, dat
heeft U wellicht begrepen. De zaak staat nu op een rij. Er moeten
nog drie vorderingen geïnd worden en zodra zich mutaties voor
doen, wordt U al dan niet via de commissie financiën of de commis
sie ruimtelijke ordening geïnformeerd. Voor alle duidelijkheid
wil ik er wel op wijzen dat U zich geen illusies moet maken over
het fonds zoals het er nu is. Voor zover er middelen vrij vallen,
hebben ze al een bestemming tot het bedrag van f 218.000, Dus
de eerste jaren, de rest van deze eeuw, denk ik dat U niet al te
veel verwachtingen vanuit het fonds moet hebben. Het wordt nu wel