1 JUNI 1989
om riolering gaat, waar nog gigantische bedragen voor nodig zul- Vi
iea zijn, vinden wij, dat we zorgvuldig zullen moeten zijn met de h
tariefsverhoging, voor niet alle burgers, maar toch voor een be- z
paalde groep burgers. Daar vragen wij opnieuw aandacht voor, ze- D-
ker als het gaat om bedragen die nog op tafel moeten komen, en p
niet passen in de huidige begroting van de diensten. Wij hopen 1
dat een aantal zaken hun weg zullen vinden. Er zijn al een aantal
zaken gebeurd. We weten dat we hier regelmatig van op de hoogte g(
gesteld zullen worden en dat stellen wij ook zeer op prijs. d.
De heer DE LEEUW
Wat die laatste opmerking van mevrouw Pellis betreft mogen wij S]
toch stellen dat de vervuiler betaalt en en ik denk dat de voor- Vl
zitter dan mijn woorden wel begrijpt. De nota heeft ook al succes h:
In den lande en wij hopen dat de praktijk uiteindelijk net zo sue- 0]
cesvcl zal zijn als de nota nu is. Het is een goede nota, er zijn m(
goede uitgangspunten en we hopen dat we straks kunnen zeggen: we jj
hebben bereikt wat we in feite wilden bereiken. Over de financie- Qi
ring het volgende. Financiering wordt voor een groot gedeelte ge- r:
vonden binnen de bestaande budgetten, met name ook binnen het bud- 01
get van de milieudienst. Dat is te begrijpen, omdat het over e^n y:
aantal reguliere taken gaat van de milieudienst. Voor een aantal e<
acties is echter ook extra geld vrij gemaakt. Op zich een goede t<
zaak, maar wij denken dat het niet toereikend zal zijn. We hopen g<
dat bij de praktijkervaringen naar voren zal komen dat deze nota h<
nog wat bijstelling kan hebben en wij denken dat daarvoor meer j<;
geld vrijgemaakt zou moeten worden. Mocht blijken dat bij de uit- k:
voering van deze maatregel dat naar voren komt, dan hopen wij dat j]
de commissie daarvan op tijd op de hoogte wordt gesteld. b(
wc
Wethouder RöMKENS e]
Er zijn niet zoveel vragen gesteld. Er zijn waarderende woorden hc
gesproken over deze nota en ik wil die waardering in belangrijke dc
mate doorspelen, niet alleen naar de samenstellers van de nota m(
vanuit de milieudienst, maar ook naar de medewerkers van andere m
diensten, daarmee kom ik ook op een opmerking die met name de n:
heer Van den Wijngaard en mevrouw Pellis hebben gemaakt, die op me
een hartverwarmende wijze, in positieve zin, op deze nota gerea- V]
geerd hebben. Ik vind dat toch iets wat wel eens een keer vermeld d<
mag worden, omdat dat toch een basis is om ook juist de integra- c-
liteit van de aanpak te onderstrepen. Het is duidelijk dat het pi
niet een zaak is van de milieudienst alleen, het is een zaak die dc
alle diensten raakt. Alle diensten hebben vanuit hun functioneren
een zorg voor het milieu en ik dacht dat dat op die onderdelen g(
waar het hier naar voren kwam ook duidelijk aan de orde is ge- wc
weest. De voortekenen wijzen erop dat dat het geval is en dat u
daar ook zo over gedacht en gehandeld zal worden. Nadrukkelijk oc
wil Ik erop wijzen dat het hier een nota betreft die vanuit de mo-
gelijkheden, die de lokale overheid heeft, de zaak benaderd. Met di
name vanuit artikel 14 van de Wet bodembescherming, die nog op al- k€
gemene maatregelen van bestuur staat te wachten, welke inhoudende jj
zorg pleegt voor een ieder, dat vanuit die optiek deze nota ge- pj
schreven is. Daarmee hebben we de grenzen van onze mogelijkheden
opgezocht. Mogelijk dat er straks bijstellingen moeten komen, op
basis van ervaringen, respectievelijk op basis van het uitkomen
226
