1 JUNI 1989 235 In de commissievergadering heeft de C.D.A.-fractie zich onthou den van standpuntbepaling. Dat heeft een aantal redenen. In de eerste plaats is in de wijken Haagse Beemden en Heusdenhout geko zen voor de procedure, dat de gemeente de grond ter beschikking stelt en de buurt zelf de investeringen voor haar rekening neemt. De C.D.A.-fractie heeft tot op heden dit standpunt onder steund. In dit voorstel wordt hiervan afgeweken. In het pread vies onderbouwd U deze standpuntwijziging onder meer door te stellen dat dit zou passen in de procedurele redenen van het stadsvernieuwingsproces en dat dit ook past in de beschikbaar stelling van in het stadsvernieuwingsfonds zittende middelen. De vraag is echter waarop U dit advies baseert en waarom dit hief alleen van toepassing is. Vorig jaar is, bij de evaluatie van het plan en de stadsvernieuwingsactiviteiten voor Zandberg-West, voor het eerst een bedrag van f 75-000,voor de kinderboederij in beeld gekomen. Vanaf wanneer speelt het in de buurt dat die f 75.000,daarvoor bestemd zouden worden en door wie zijn daar over besluiten genomen? De vraag die zich bij deze keuze voor doet is de volgende. In hoeverre kan dit leiden tot eên prece dentwerking? In hoeverre onderkent het college hier een prece dentwerking en tot wat voor gevolgen kan dit leiden? Op de colle ge-omslag staat dat één collegelid zich om procedurele redenen tegen dit voorstel heeft verklaard. Kunt U er nader op ingaan wat deze procedurele redenen inhouden? 'Wij willen graag een nade re afweging maken over dit voorstel. Wij willen daarbij niet de bewoners met de problemen laten zitten. Graag zouden we in eer ste termijn nader antwoord hebben, vöör definitieve standpuntbe paling. Wethouder RATTINK Ook in de commissie hebben we hierover gepraat. De heer Van Don gen vraagt vanaf wanneer er ideeën dateren het op deze manier te gaan doen en vraagt of er een parallel is te trekken met de ande re buurten. In het kader van het stadsvernieuwingsproces in Zand berg is gepraat over voorstellen ter invulling van de zuidelijke terreinen. Daar zijn heel wat discussies over geweest. Over wo ningbouw, een groenplek en de invulling daarvan. Hierover is uit voerig met de buurt gesproken. Eind 1985, begin 1986 werd er in de buurt en op agenda's met de buurtvergaderingen, gesproken over het idee van een kinderboederij op het Marijke Meuterrein. Het werd indertijd gepropageerd, onder andere ook met het idee vanuit milieu-educatief verband, ook in de stad, en niet alleen aan de rand bij het milieu-educatief centrum, een kinderboederij op te richten. Dat is door de gemeente ondersteund. In die zin is ook aan bewoners gevraagd om met een plan en ideeën te komen. Als we aan bewoners vragen een aantal activiteiten te ontwikke len, terwijl op een gegeven moment blijkt dat, door initiatieven die in de loop der jaren elders zijn ontstaan, daar een ander be leid gevoerd wordt, dan kunnen we dat in deze stadsvernieuwings buurt, waar dat initiatief indertijd uitdrukkelijk besproken is en ook in 1985 en 1986 door de diverse gemeentelijke diensten on dersteund is, niet zondermeer terugdraaien. Dat zijn procedures die we in dat proces met elkaar doorlopen. Ik weet niet of inder tijd alle verslagen ter visie hebben gelegen, maar bij de invul ling van de zuidelijke terreinen is deze groenplek uitdrukkelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 235