1 JUNI 1989
236
aan de orde geweest. Over de vraag of er een precedentwerking is
liet volgt-nde. We zullen gezamenlijk moeten bepalen of deze prece
dentwerking er is. Zeker als er andere voorstellen komen, zullen
we deze tegen het licht moeten houden en kijken of daar inder
daad redenen aanwezig zijn, waarom wij als gemeente daar eventu
eel steun aan zouden moeten verlenen. Wel hebben we bij de buurt
Zandberg gezegd, dat dit het begin is van de kinderboederijVer
der zullen zij zichzelf helemaal moeten bedruipen. De jaarlijkse
zaken zijn volledig voor rekening van de organisatie die deze
kinderboederij onderhoudt. Eén van de collegeleden is inderdaad
om procedurele redenen tegen. Hij is van mening dat het college
indertijd eerder een besluit over de kinderboederij had moeten,
nemen.
De heer W. VAN DONGEN
De wethouder zegt dat vanaf eind 1985, begin 1986 met de buurt
overleg gevoerd werd. In 1988 blijkt dat dit in de planning zit
en dat dit daadwerkelijk in procedure is. Ook is dit in overleg
al daadwerkelijk toegezegd. Dat leidt tot situaties waarop ook
de bewoners gaan rekenen. Het is echter geen zaak die totaalbe
leid moet worden. Deze situatie betreuren wij ten zeerste. Waar
de buurt op dit moment initiatieven neemt en op basis van toezeg
gingen die initiatieven genomen heeft, zullen wij die buurt in
ieder geval niet in de kou moeten laten staan en zal aan dit
voorstel gestalte gegeven moeten worden. Ten aanzien van de pre
cedentwerking blijven wij er voorstander van, dat het tot op he
den gevoerde beleid uitgangspunt blijft. Dit laat onverlet dat,
waar ook in deze situatie afwijking toegestaan is, ook andere za
ken op zijn merites zullen worden beoordeeld en het beleid in
zijn algemeenheid daarop zal worden getoetst.
De heer GARRITSEN
Is er een beleid waarbij wordt gezegd dat er in deze sfeer niet
wordt gesubsidieerd? Er worden twee voorbeelden aangehaald waar
het zo is. Naar mijn mening heeft de raad nog nooit uitgesproken
dat deze lijn zo zou zijn. Ik zou dit graag van het college wil
len horen. Als een nieuw initiatief zich aanmeldt is het dan zo,
dat de C.D.A.-fractie dit niet meer op deze wijze doet?
Wethouder RATTINK
De tweede termijn van de heer Van Dongen was een stemverklaring
en voor wat betreft de vragen van de heer Garritsen ben ik niet
degene die daarop moet antwoorden.
De heer W. VAN DONGEN
Ik heb gevraagd, terwijl al eind 1985, begin 1986 toezeggingen
zijn gedaan en overleg met de buurt is geweest, waarom dit pas
in 1988 daadwerkelijk in beleid en punten van het college tot ui
ting komt. Bij de evaluatie van het stadsvernieuwingsproject
Zandberg in 1988 is dit voor het eerst in beeld gekomen.
Wethouder RATTINK
Dit is omdat er een overeenkomst gesloten moest worden met de
buurt, er aan een aantal voorwaarden voldaan moest worden en de
milieudienst definitief een inrichtingsplan moest maken. U weet