26 JANUARI 1989
duidelijk uiteenzetten wat nou het standpunt van Laurentius is.
De P.v.d.A. kan leven met de uitleg die U geeft.
Mevrouw HEESSELS
De wethouder heeft in de commissie geen uitleg gegeven over het
standpunt van Laurentius, maar over het standpunt van het colle
ge, dat in nadrukkelijk overleg met het P.K.O. dit punt inge
bracht zal worden. Daarbij zal gekeken worden naar alle aspecten
van de woningbouwverenigingen. Dat is niet het standpunt van Lau
rentius in eerste instantie geweest.
De heer GARRITSEN
In de overeenkomst moet uiteraard een handtekening van de woning
bouwverenigingen. Die zaak speelt toch mee met het verzelfstandi
gen van het gemeentelijk woningbedrijf. Het is dan van belang om
te weten hoe deze zaak precies in elkaar zit. Ik zie de wethou
der nee schudden, maar in het verleden is steeds gezegd dat we
toch die woningbouwverenigingen nodig zouden hebben voor die ver
zelfstandiging. Ik begrijp dat het niet nodig is, maar het bete
kent wel dat als we in het convenant een percentage opnemen we
die zaak wel moeten uitvoeren, zoals het hier op pagina 11 van
de overeenkomst staat. Hier wil ik graag nog wat nadere informa
tie over.
De heer BOSHART
Ook onze problemen gelden met name bij artikel 4 over de verkoop
van woningen en bij artikel 15 ten aanzien van de 40% en 25%.
Wat het tweede punt betreft wil ik vragen wat nou precies de
strekking van dit artikel is. Dat is nog niet helemaal duide
lijk. Gezien de stappen van een woningbouwvereniging is het ook
hen niet duidelijk. Met betrekking tot artikel 4 spreken wij ons
uit tegen de verkoop van woningen. Wij achten dat op dit ogen
blik onder deze voorwaarden niet in overeenstemming met een
volkshuisvestingsbeleid, zoals de gemeente zou moeten voeren.
De heer W. VAN DONGEN
Dit voorstel is opgesteld op basis van besluitvorming in de raad
van 26 mei 1988. Dit ging toen over de financiële sanering en de
verzelfstandiging van het gemeentelijk woningbedrijf. Er zijn
daar, in de raad van 22 december 1988 en eerder deze avond, nog
enkele besluiten op gevolgd, inzake de financiële afwikkeling en
liquidatie van het gemeentelijk woningbedrijf B. We komen dan,
aldus met deze overeenkomst en dit voorstel, tot een corporatie.
Via de corporatie, de woningbouwvereniging Volkshuisvesting Bre
da, die als zelfstandige corporatie in Breda, samen met andere
corporaties en met de gemeente, invulling gaat geven aan het
volkshuisvestingsbeleid in de sociale sector. De corporatie is
privaat, de gemeente publiekrechtelijk. Dat betekent ook dat die
corporatie zelfstandig moet zijn en ook zelfstandig als eerste
verantwoordelijk is voor zijn taken, beheren, bouwen en exploite
ren van woningen, maar ook voor het financiële reilen en zeilen
van die corporatie. Dat betekent dat de gemeente vanuit haar toe
zichthoudende en voorwaarde scheppende rol daar ook invulling
aan geeft. In dat kader willen wij ingaan op artikel 2, lid 3.
Wij vertrouwen erop dat de vangnet-constructie, de 3 O's, die