29 JUNI 1989
250
geen U volgens dat voorstel juist voorkomen wil. Verder spreekt U
over het constant willen houden van de tarieven. Als het maximum
van f 100.000,in een contract-egalisatiefonds wordt overschre
den, vloeit het meerdere naar de algemene dienst. Daarbij wordt
echter niet gesproken over mogelijke verlaging van tarieven, ter
wijl elke dienst gemotiveerd zou moeten zijn voor een zo laag mo-
elijke kostprijs, en zo laag mogelijke gemeentelijke kostendek-
ende tarieven. Ook dat is een cultuur die binnen de diensten en
door het college naargestreefd dient te worden, en de burgers van
Breda ten goede zou komen. Mogelijk dat U In deze kanttekening
een nog verdergaand relativisme ziet dan het college zelf al ten
toon spreidt in dit voorstel. U mag in Ieder geval niet conclude
ren dat wij het niet de moeite waard vinden dit experiment aan te
gaan. De V.V.D. wil juist vragen het instrument op zijn waarde te
kunnen schatten. En wij hopen te zijner tijd een zo reëel moge
lijk beeld te krijgen van de resultaten. De V.V.D.-fractie stemt
er dan ook mee in dit experiment uit te voeren, maar wij moeten
zo nodig ook durven constateren dat het Instrument niet heeft op
geleverd wat er nu van verwacht wordt, want elke wijziging in een
organisatie is tot nu toe niet altijd een verbetering gebleken.
Dat moeten we ook met het toevoegen van nieuwe beheersinstrumen
ten nauwlettend in het oog houden. Vooral vóórdat meerdere experi
menten volgen.
De heer GARRITSEN
Wat mevrouw Van Beusekom al zei: met het volgende punt heeft het
vrij veel relatie en daarom wil ik over beide punten een opmer
king maken. In eerste instantie wordt er redelijk positief door
het college gedacht over de invoering van het contractmanagement
en om die weg op te gaan. De P.S.P. wil toch een aantal kritische
noten plaatsen bij het geheel. De raad heeft straks zicht op de
invulling zoals de milieudienst dat gaat doen, maar ook op de in
vulling voor een dienst openbare werken. We hebben dan prachtige
overzichten van het aantal hinderwetvergunningen, bestemmingsplan
nen, voorbereidingsbesluiten en al dat soort zaken. Maar de vraag
is: hoe meet je die zaken kwalitatief. Ik denk dat je er dan niet
aan ontkomt om die contracten te voorzien van heel duidelijke be
leidsnota's die als onderbouwing moeten dienen voor datgene wat
in het contract opgenomen Is. Je kunt zeggen we verlenen zoveel
hinderwetvergunningen, maar het zal duidelijk zijn dat de ene hin
derwetvergunning de andere niet is. Als je het aantal hebt ge
haald en misschien nog meer dan gepland is, dan kan iedereen zeg
gen: dat is geweldig. Maar waar het om gaat is het volgende: wat
is bij al die verstrekte hinderwetvergunningen het resultaat ten
aanzien van de kwaliteit van het milieu? Hetzelfde geldt voor be
stemmingsplannen. Je kunt een bestemmingsplan maken door vanaf het
begin te bestuderen hoe Je dat gaat invullen. Of Je kunt, zoals
vaak in Breda gebeurt, een bestemmingsplan gaan maken, nadat
eerst allerlei artikel 19-procedures zijn afgewikkeld. Je maakt
dan een bestemmingsplan op grond van datgene wat er nu staat. Dan
is natuurlijk de activiteit om tot een bestemmingsplan te komen
heel wat geringer. Als ik met name naar de dienst openbare werken
kijk, dan vraag ik me af of we op de tijd die we ons gesteld heb
ben, tot dat contractmanagement over kunnen gaan. Want op dit mo
ment Is een aantal zaken over hoe die planning nog Intern gebeurt