29 JUNI 1989
251
nog geheel niet duidelijk en we krijgen er geen enkel inzicht in.
Als we een contractmanagement aan willen gaan, dan is op zich een
positief element dat je dan wel de produkten omschreven krijgt.
Dan kun je, als er geen beleid is, daar naar vragen. Dat is het
voordeel van het geheel. Een groot nadeel van invoering van het
geheel kan zijn, dat we met name heel lang discussiëren over pro
dukten, kwaliteit en prijs, waardoor je een enorme papieren win
kel krijgt en dan rijst de vraag of je op die manier verder moet.
Ik denk dat je moet kijken of het zin heeft, of het beter werkt
en of het effect heeft zowel richting burger als naar de raad,
als naar de controle op datgene wat je wilt laten doen. Het zal
in feite aan moeten sluiten bij een nieuw ontwerp van de begrotin
gen. Ik denk dat het van wezenlijk belang is, en dat heeft me
vrouw Van Beusekom ook gezegd, dat we het evalueren van de zaken
heel kritisch en zorgvuldig moeten gaan doen. Als we dat niet
goed doen en je gaat ermee door en je gaat het hele gemeentelijke
apparaat op de lijn zetten van contractmanagement voor alle dien
sten betekent dat gigantische investeringen. Als je dan over een
aantal jaren zegt: het was geen gelukkige keus en je moet dan
weer teruggaan, dan is dat een nog grotere operatie en dat moeten
we voorkomen.
Wethouder SANDBERG
Ik denk dat het bijzonder positief is dat de raad, het college en
het ambtelijk apparaat bijzonder kritisch met elkaar omgaan
m.b.t. dit onderwerp. We hebben er lang over gedaan, ook in de
commissie hebben we een diepe discussie gehad. Dat is zeker nood
zakelijk als je met elkaar moet beginnen met de definiëring van
de verschillende terminologieën die wordt gebruikt, omdat er nog
al wat verschillende opinies zijn. Ik wil een antwoord geven op
de gestelde vragen in dezelfde geest als de benadering van de
raad en zeker niet in de geest van: contractmanagement dat is het
en dat moet, anders kunnen we niet meer verder met elkaar. Dat is
het zeker niet. De toon die ik toch vanuit verschillende opmerkin
gen beluister geeft meer de richting aan van: geef het een kans.
Het is een experiment dat zeker niet kan schaden en bijna altijd
baat oplevert, al zou de enige baat zijn dat we ervan kunnen le
ren. En dat we ervan kunnen leren met elkaar staat op voorhand
wel vast. Ik wil ook zeker niet zeggen dat contractmanagement zo
als we dat nu met elkaar aangaan per definitie doorgezet moet wor
den. Heel misschien is het straks zelfs achterhaald; is het over
rompeld door de hele ontwikkeling bij de output-begrotlng, een
ontwikkeling die veel sneller gaat en die wellicht ook een brede
re toepassing heeft. Maar ik durf daar nog niks over te zeggen.
We hebben met elkaar in 1986 afgesproken dat we wat dat betreft
die eerste voorzichtige schrede zouden willen zetten, en dit is
dan het resultaat. We hebben het toch in hoge mate zelf moeten
concipiëren omdat er in 1986 nog slechts heel voorzichtig wat pu-
blikaties over waren. Inmiddels is het stadium bereikt dat er een
hoge stapel van tamelijk theoretische beschouwingen voor handen
is. Dat is allemaal keurig verzorgd, maar vanuit de praktijk kun
je niet anders constateren dan dat men hier en daar heel voorzich
tig een start heeft gemaakt en dat er feitelijk nog geen enkele
ervaring is opgedaan en geen behoorlijke evaluatie waar dan ook
heeft plaatsgevonden. Je kunt met contractmanagement 2 kanten