29 JUNI 1989
253
is volledig in overeenstemming met de door Uw raad vastgestelde
begroting voor 1989. Naar aanleiding van een vraag van mevrouw
Van Beusekom over het uitvoeren van werk voor derden het vol
gende. Noch dit dienstonderdeel van de milieudienst, en dat geldt
per definitie voor contractmanagement omdat het ook in de algeme
ne regelgeving staat, noch dienstonderdelen van welk bedrijf dan
ook, kunnen buiten een politieke beslissing om, commercieel gaan
opereren. Dat zou zich ook niet verhouden met de normale verhou
dingen tussen de politieke sturing en het ambtelijk management.
Ik sluit helemaal niet uit dat er dienstonderdelen of diensten
commercieel kunnen opereren, maar dan moet de raad daar politiek
een oordeel over geven. Het contract-egalisatiefonds is op dit mo
ment gelimiteerd aan f 100.000,omdat vanuit de experimentele
situatie waarin we thans verkeren een meer nauwkeurige raming van
zo'n dergelijk fonds niet valt te maken. Mocht uit de evaluatie
blijken dat een contractegalisatiefonds van f 100.000,helemaal
een totale misslag zou zijn, dan moeten we dat op een andere ma
nier regelen. Op dit moment heb ik feitelijk geen enkel Instru
ment om te zeggen we zouden het plafond moeten verlagen of verho
gen. Wel is het zo dat de contracten expliciet aan Uw raad blij
ven voorbehouden. U neemt ook bij de begroting een expliciet be
sluit de tarieven die voor de dienstverlening aan de burgers wor
den doorberekend. En daar ligt een heel ander adagium onder. We
praten dan over het kostprijsdekkend karakter van die tarieven.
Die staan daarbij centraal. Of die tarieven direct invloed zullen
hebben op de hoogte van het eventuele bedrag dat in het contract
egalisatiefonds gestort zou kunnen worden, daarover kan ik op dit
moment geen oordeel geven. Ik denk dat die zaak daar feitelijk
langs loopt en dat het een en ander geen directe relatie met el
kaar hebben. De opmerking van mevrouw Van Beusekom: niet elke wij
ziging leidt tot verbetering. Nee, dat moet ik zeker toegeven.
Wij hopen, en dat moet de experimentele periode bewijzen, dat de
invoering van dit contractmanagement, tot verbetering zal kunnen
lelden. Al is het alleen maar om het ook politieke besluitvor
mingsproces meer zicht te geven op de produkten die worden gele
verd. Het vraagstuk: "niet alleen de kwantitatieve produkten maar
ook de kwalitatieve produkten" is door de heer Garritsen aangesne
den. Deze problematiek is meer gericht op de dienst openbare wer
ken en dan met name op bestemmingsplannen en artikel 19 procedu
res etc. Dat is nu niet aan de orde, omdat het college het op dit
moment voorlopig nog beperkt tot een onderdeel van de milieu
dienst. Maar de resultaten van contractmanagement worden niet al
leen op een kwantitatieve toetsing beoordeeld, maar ook op een
kwalitatieve toetsing. Wanneer contractmanagement op den duur
niet zal leiden tot het terugdringen van de regelgeving, en dan
met name de overtollige regelgeving, dan denk ik dat we er heel
vlug mee moeten stoppen. Dan heeft het in ieder geval niet geleid
tot datgene wat we met elkaar wilden bereiken.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Vooral de laatste opmerking is voor ons heel belangrijk. Het is
een experiment en men zal er zich niet ten koste van alles aan
vasthouden. Er wordt duidelijk gesteld: niet méér regelgeving;
dus ook niet méér in het kader van de deregulering. Het is duide
lijk gericht op: we proberen het en daardoor komen we er achter