29 JUNI 1989 282 houder. Hij zegt namelijk dat in april 1989 contact is geweest met het grondbedrijf over het zoeken naar een pand. Ik kan me her inneren dat bij de begrotingsdebatten in 1988 de wethouder heel duidelijk gezegd heeft, dat men zich niet druk moest maken, omdat in april dat probleem opgelost zou zijn. Ik neem aan dat dan me teen alle mogelijke en noodzakelijke stappen genomen worden om tot een zoekactie te komen. Als ik zie dat pas 4 5 maanden la ter het grondbedrijf is ingeschakeld, dan vraag ik me af wat je aan zo'n toezegging hebt. Bij het vorige punt heeft de wethouder ruimtelijke ordening duidelijk gemaakt hoezeer de Marokkaanse jon geren de gemeente ter harte gaan. Ze heeft namelijk het volgende gezegd: "Het probleem voor de tijdelijke huisvesting van Turkse en Marokkaanse jongeren". Ik denk dat het probleem niet is de tij delijke huisvesting van Marokkaanse jongeren, maar de permanénte huisvesting. De heer GARRITSEN Wat betreft de financiële kant het volgende. Het heeft mij steeds verbaasd dat, toen we bezig waren de F.N.V.-jongeren uit het Pa ra-gebouw te krijgen, er geen kostenplaatje lag om de Marokkaanse jongeren daarin onder te brengen. Op dat moment was eigenlijk al duidelijk welke richting we met de Schouwburg opwilden. Hoe ben je dan bezig om zo'n proces op gang te brengen? Er komt heel laat op tafel dat het f 130.000,gaat kosten en je zit met de situa tie dat het mogelijk voor een hele korte periode is. Dat betekent natuurlijk veel hogere exploitatiekosten en op dat moment ga je misschien pas weer zoeken. Die zaak had veel eerder op tafel moe ten liggen. De wethouder zei dat in februari 1989 het grondbe drijf echt is ingeschakeld. Maar dat is nu precies wat ik bedoel. Vorig jaar september had er al een definitieve uitslag moeten zijn; vervolgens zou het 1 april worden. In 1989 gaan we pas met het grondbedrijf praten. Ik vind dat uitermate traag. Als ik het historisch overzicht, dat voor de commissie en raad ter visie lag, bekijk, tref ik hierin niets aan over het echt zoeken naar panden en locaties. In eerste termijn roept de wethouder een aan tal namen maar voor zover ik weet is er een aantal locaties bij dat de laatste maanden pas bekeken is. Als je al 2 jaar aan het zoeken bent had je met een voorstel kunnen komen dat een permanen te huisvesting inhoudt. In de brief van de Marokkaanse jongeren zegt men dat de voorgestelde huisvesting, waar 4 grote bazen aan wezig zijn, niet geheel functioneel voor hun activiteiten is inge richt. Het is dus een onbruikbaar gebouw en U bent, om het ge schikt te maken, niet bereid er meer in te investeren. Ik vind dat je het dus niet moet doen. Je kunt wel zeggen dat we dat be sluit toch maar moeten nemen, omdat ze er onder druk wel in zul len gaan, maar zo moet je niet met Marokkaanse jongeren omgaan. Dat doe je met geen enkele gebruikersgroep en dus ook niet met de Marokkaanse jongeren. Als zodanig zal duidelijk zijn dat ik tegen dit voorstel ben. Wethouder VAN RAAK Ik ben blij met de opmerkingen van mevrouw Brosky. Voor wat be treft de opmerking van mevrouw Van Beusekom het volgende. Niet al leen "wat mij betreft", dat klopt, maar ik kan het niet namens de anderen toezeggen. Ik zal ze verzoeken deze taakstelling op zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 282