29 JUNI 1989 285 lijkt dan dat er een gat valt van f 100.000,f 75.000, huur. In totaal dus f 175.000,Het college heeft hier een op lossing voor gevonden, door het wegvallende bedrag bij de biblio theek uit het onderhoudsfonds te halen. Daar zit momenteel vol doende geld. Nu is mij, niet helemaal duidelijk of inderdaad het bedrag wat vertrekt bij de bibliotheek op een gegeven moment ook wordt aangevuld en of dat bedrag ook overeen komt. Het lijkt er nu wel op. Men heeft ook proberen uit te leggen, dat het geen pot verteren is bij de bibliotheek. Maar ik wou daar vanavond toch nog uitleg over hebben. Verder denken wij, dat het een hele goede opvulling is van het gat en mijn fractie gaat dan ook gaarne ak koord met dit besluit. Mevrouw NEEB-WIEGERSMA Het is heel goed om nu, en op deze logische locatie naast de Bey- erd, een goede ruimte te creëren voor de artotheek. De Beyerd als een expositieruimte en de artotheek als een uitleeninstelling zul len op deze locatie elkaar kunnen versterken en nieuwe ontwikke lingskansen kunnen bieden aan de beeldende kunst. Tijdens de be handeling in de raadscommissie waren er onduidelijkheden over de financiën. Hierover zijn we schriftelijk geïnformeerd en het is de V.V.D. duidelijk geworden hoe alles gefinancierd gaat worden. Wij stemmen dan ook met vreugde in met dit voorstel. Het is een frisse en een eigentijdse architectuur die een hele aanwinst kan worden genoemd voor de stad Breda. De heer DE BRUIJN Ik denk dat we hier één van de positieve elementen vinden van het uitschrijven van een prijsvraag. Daarna kunnen op een gegeven mo ment kunstenaars, want architecten zijn dat tenslotte ook, hun hele ziel en zaligheid leggen in de opdracht van de invulling van een gebouw. Ik denk dat het hier uitstekend geslaagd is. Als het gebouw er éénmaal staat zal dat vanuit architectonisch opzicht in ieder geval een aanwinst zijn voor onze stad. Wat betreft de in vulling denk ik dat het een heel goede zaak is De Beyerd en de ar totheek bij elkaar te zetten. De relatie tussen de verschillende elementen, die door de beeldende kunst naar buiten werd gebracht, was nauwelijks of niet aanwezig in Breda. Ik denk dat de weder zijdse beïnvloeding, die op deze manier naar de Bredase burger toe kan ontstaan, erg belangrijk is. Dat komt ook weer tot uit drukking op de wijze waarop het gebouw wordt neergezet, namelijk de openheid naar de Bredase burger toe. Enerzijds kan het be drijfsmatig erg goed werken, anderzijds is de extra positieve wer king naar de beeldende kunst voor ons ook essentieel. Wij gaan dan ook akkoord met het voorstel. De heer GARRITSEN Een paar vragen bij dit voorstel. In de eerste plaats denk ik dat je met dit voorstel vooruit loopt op de besluitvorming omtrent de bibliotheek. Op het moment dat je besluit om een verdieping vrij te maken door de artotheek eruit te halen, sla je in feite een fi nancieel gat en dat kan al een argument zijn om tot verplaatsing van de bibliotheek over te gaan. Ik zou hierover graag duidelijk heid willen hebben. Op deze wijze moet je de zaak procedureel niet gaan regelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 285