29 JUNI 1989
289
drukt bepaald geen vrolijk élan uit. Het is wat somber, in de
trant van: "we roeien met de riemen die we hebben". We hebben be
perkte middelen. Er blijven vraagtekens en knelpunten over, waar
op in deelnotities wordt teruggekomen. Ik kan me voorstellen dat
we die niet aan deze beleidsnota koppelen, omdat we dan een nota
van enkele honderden pagina's krijgen. Ik denk dat het wel zaken
zijn die duidelijk op een rij gezet moeten worden, voordat we de
finitief kunnen spreken van een goed beleid voor de bibliotheek.
Ik wijs hierbij met name op de openingstijden, het boekenbezit en
de personeelsformatie. Dit zijn belangrijke zaken om een biblio
theek goed te laten draaien. Blij zijn we met het uitgangspunt
van de bibliotheekcommissie om de spreiding te handhaven. Dat on
derschrijven we dan ook van harte. Gelet op de problemen die ik
net geschetst heb, moeten we daarin toch weer schaven, door je
nog sterker op doelgroepen te richten en met openingstijden te
gaan schuiven. Dat is, denk ik, het kader, dat de meerderheid van
de gemeenteraad aan hen heeft opgelegd. Ik neem aan dat zij het
dan ook zo hebben uitgevoerd. Een positieve zaak is het in de toe
komst willen meedraaien van de bibliotheek met de ontwikkelingen
in de media. Wat dat betreft zijn wij blij, dat het college zijn
mening over de fonotheek enigszins heeft genuanceerd. Wat de
structuur betreft het volgende. We hebben nu te maken met een man
agementondersteuning, hetgeen nogal wat overhoop gehaald heeft.
Er worden intern nogal wat structurele aanpassingen vereist. Dit
heeft natuurlijk zijn effecten op de personeelsverhouding en -si
tuatie. Ik denk dat we dit zowel op korte als lange termijn na
drukkelijk in de gaten moeten houden. Er gaat nogal wat gebeuren
en ik denk dat de zorgvuldigheid naar het personeel ook onze zorg
verdient. Wil je een goed beleid voor de toekomst kunnen voeren,
dan kom je toch op het pand terecht. Ik wil de discussie die de
heer Garritsen net gedaan heeft in het kader van de artotheek
niet overdoen. Maar dat het belangrijk is en dat we duidelijkheid
willen hebben, wordt door het vaststellen van deze beleidsnota be
nadrukt. De volgende stap is te kijken waar we de bibliotheek
gaan huisvesten en dat langzaam maar zeker gedacht gaat worden
aan een voorbereiding van de planvorming. Wat willen we? Als we
nieuwbouw willen, wat zijn dan de uitgangspunten, wat is het pro
gramma van eisen, hoe gaan we daarmee om en wat kunnen we daar
mee? Op het moment dat er ontwikkelingen zijn, en U houdt ons
daarvan op de hoogte, dan moeten we oppassen dat we niet met onze
handen omhoog staan, of ineens een tussenoplossing moeten verzin
nen. Want dat is natuurlijk volstrekt ongewenst voor dergelijke
instellingen. Daarom vragen wij U wanneer er met de planvoorberei
ding daadwerkelijk begonnen gaat worden, zodat je alternatieven
op de plank hebt liggen op het moment dat er iets moet gaan gebeu
ren. Ik denk dat de nota toch laat zien wat er in het verleden ge
beurd is met de hele structuur, met name wat het bibliotheekwerk
betreft. Op de gevolgen van de bezuinigingen op de bibliotheek in
het verleden wordt in de deelnota's teruggekomen. D'66 vreest,
dat we de consequenties daarvan, ook financieel, opnieuw te ver
werken krijgen, als we die knelpunten goed willen oplossen en een
goed bibliotheekwerk willen laten functioneren binnen Breda. Door
het aannemen van deze nota heb ik daar vanavond al een goede aan
zet toe gegeven.