31 AUGUSTUS 1989 311 van de ambtenaren In aanmerking te laten komen voor de extra be loning. Dit systeem gaat ervan uit dat een gemiddelde ambtenaar die goed zijn best doet, ruim voordat hij met de v.u.t. of met pensioen gaat, in aanmerking kan komen voor de persoonlijke toe lage, waarmee ook dat onderdeel meetelt in de pensioenopbouw. Als je constateert dat er in bepaalde salarisschalen nog een ach terstand zit en dat Breda twee rangen hanteert die elders niet worden gehanteerd, en dat je die eruit haalt, is het voorgelegde beoordelings- en beloningssysteem daarmee rond. Sommigen zeggen dat het hele beoordelingstraject nog niet helemaal is afgerond. We zijn begonnen met functioneringsgesprekken, die worden bij al le takken van de diensten gepraktiseerd. De tussenrapportage van het hele beoordelingstraject is door de betreffende werkgroep in middels uitgebracht en thans ook beschikbaar. Binnen enkele we ken zal dit formeel worden afgerond. Dan zal het beoordelingsfor mulier aan het college en het georganiseerd overleg worden voor gelegd. Dit betreft meer een formalisering van een stukje beoor delingstraject dat nog niet was gebeurd. Ik vind het jammer dat drie raadsleden zeggen: zolang dat moment niet gepasseerd is kun nen wij hier niet mee akkoord gaan. De filosofie, zoals deze door de werkgroep beoordeling in de tussenrapportage is wegge legd, ligt nu ter tafel. Hopelijk is hierover geen verschil van mening. De heer Koekkoek heeft gevraagd of het mogelijk en zin vol is om het hele team dat in ploegverband werkt voor een be paalde honorering in aanmerking te laten komen. Zoals de regels nu luiden is het een strikt individueel systeem. Daar mag geen enkel misverstand over bestaan. Maar het is uiteraard het hoofd van dienst dat het systeem moet toepassen. Hij heeft hierin vrij heid. Hij kan constateren dat bijvoorbeeld een team van 10 men sen gezamenlijk een bepaalde prestatie leveren en naar zijn oor deel dient iedere medewerker individueel voor die honorering in aanmerking te komen. Het blijft een individueel systeem, daarin valt niet mee te marchanderen. De heer Koekkoek heeft gevraagd of de 50% de uiterste limiet was. We zetten natuurlijk geen 50% in de nota, als het zou kunnen variëren van 30% tot 70%. Er zijn uiteraard mogelijkheden om daar, overigens ook gelegitimeerd, dus gefundeerd en omschreven, vanaf te wijken. Zeker in de begin fase zullen we aan de 50% redelijk vasthouden. De heer Berkhout heeft terecht opgemerkt dat de beoordeling van de medewerkers ge koppeld dient te worden aan hun functie-omschrijving. Elke mede werker heeft een functie-omschrijving, waarin staat wat er moet gebeuren. Op basis van die criteria dient hij te moeten worden beoordeeld. Met betrekking tot de situatie gemeente versus het vrije marktgebeuren ben ik het met de heer Berkhout eens, dat de overheid zich in zijn totaliteit op een aantal niveaus niet kan meten met datgene dat zich in de vrije marktsector afspeelt. Ove rigens hebben we het dan over een beperkt aantal groepen van functionarissen. 90% tot 95% van onze medewerkers kunnen wij wel op een normale manier binnen krijgen. De situatie op de vrije markt, die ons wat dat betreft belemmert, speelt zich slechts bij bepaalde doelgroepen af. Daar overstijgt het de verantwoorde lijkheid van de locale overheid, en daar moet eventueel iets aan gedaan worden. Dit is voorbehouden aan de Minister van Binnen landse Zaken. De heer Hofsté en ook anderen hebben de goede be- oordelingssystematiek nog een keer benadrukt. Wij zullen daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 311