31 AUGUSTUS 1989 318 voorstel te halen. Misschien kan zij dit uitleggen. Ik ben be nieuwd, net zoals de heer Van den Wijngaard, naar de consequen ties voor de buurt, voor de potentiële bouwers en voor de mensen die eventueel in die kantoorgebouwen willen gaan zitten. Vertra ging mag het naar mijn mening absoluut niet opleveren. De heer GARRITSEN In de commissie is het oorspronkelijke voorstel met een vijf-tal voorbereidingsbesluiten behandeld. Ten aanzien van de gevolgde procedure bij deze vijf besluiten heb ik een behoorlijk aantal bezwaren naar voren gebracht. De wethouder is er toen inhoude lijk niet op ingegaan. Waar ze wel Inhoudelijk op in is gegaan tijdens de inspraakavond is, dat zij zich niet zo goed geïnfor meerd had. Ik zou de wethouder willen aanraden om in de commis sie niet zo'n emotionele uitbarsting te krijgen in mijn rich ting, om later publiekelijk toch te verklaren dat ze het alle maal niet meer zo precies wist. Dat zou veel ellende besparen. Wat betreft de voorstellen het volgende. De raad heeft een ont- wikkelingsschets vastgesteld. In de raad heb ik wel eens aan de orde gesteld dat de inspraak erg mager is geweest. In feite be stond het slechts uit informatie geven. Er is toen gezegd dat bij de vervolgprocedure de bevolking betrokken zou worden, door met de plannen naar de wijk te komen. Waar het college mee komt is in feite niet meer dan een uitnodiging voor een informatie avond, er staat bijna niets in. De mensen krijgen de tekeningen voor het eerst op de informatieavond te zien. Daarna kunnen ze opmerkingen maken. Er wordt eigenlijk nog steeds druk uitgeoe fend, door te zeggen dat men de voorbereidingsbesluiten maar moet aanvaarden, omdat men later altijd nog bezwaren kan indie nen. Een bewaarschriftenprocedure is wel iets anders dan in spraak. Er is een groep die zich bezighoudt met buurtbeheer en die niet op de hoogte was van deze plannen. Dat zijn fouten die gemaakt zijn. Ik neem aan dat het college ook niet ter plekke hierover geïnformeerd wordt, maar op tijd de stukken thuis krijgt om ze te bestuderen. Je verwacht dat het college dat ook doet in de richting van de bevolking. Wat ik zeer zeker had ver wacht is dat aangegeven zou worden wat het verschil is tussen de ze plannen en de ontwikkelingsschetswant zowel qua functie als qua oppervlakte zitten daarin grote verschillen. Deze informatie moet je aan de bevolking geven. Ik vind het jammer dat het colle ge dat niet gedaan heeft. Ik ben blij dat deze twee voorberei dingsbesluiten uit het voorstel zijn gehaald. Voor de overige heb ik in feite dezelfde bezwaren: ze wijken af. Voor het ter rein aan de Bijster is er een afwijking in de bouwhoogte en in de oppervlakte. Het is een slechte zaak dat een bouwplan bij een voorbereidingsbesluit afwijkt van de ontwikkelingsschets. Het zelfde geldt voor de Invulling van de Lovensdijkstraat/ Molen gracht. Wij hebben herhaalde keren gesproken over de herschik king van de sportvelden en dat daar de Hogeschool zou komen. Dat initiatief gaat door. We hebben in commissies over hoe die invul ling gepraat en dan blijkt om 5 voor 12 dat er ook nog een groot kantoorgebouw tussengestopt wordt! De plannen hadden we nog niet gezien, ik heb ze op die inspraak-/informatie-avond aan de muur zien hangen. Er komt daar een knots van een kantoor. Daar geeft het college groen licht voor. Je kunt wijzen op de artikel 19-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 318