31 AUGUSTUS 1989 321 stemmingsplannen betreft, ik denk dat je met elkaar naar de for mele procedures rond de schetsen moeten kijken wat daarmee ge beurt. Hebben die een status of niet? Ook dat zul je de bewoners duidelijk moeten maken. Wat de invullingen betreft zoals ze nu voorliggen: ik denk dat in de schets Lovensdijk de mogelijke in vullingen zijn aangegeven. Er is nooit een definitief besluit ge weest rond de invulling van de Hogeschool en zoals in de commis sie al gezegd, er blijft daar een locatie voor de Hogeschool mo gelijk, zij het een wat andere dan eerder getoond. Daar komen we in de commissie uitvoeriger op terug. Voor wat betreft de andere opmerkingen van de heer Garritsen: ik denk niet dat ik daar op dit moment verder op in zal gaan. Ik geef hem alleen nog in her innering dat als wethouders met mensen staan te praten, het ook zinnig is om ze uit te laten praten. De heer BOKKELKAMP De wethouder heeft uitgelegd dat dit soort uitstellen geen verde re consequenties heeft. Er komt eenzelfde plan over een maand, maar waarom dan? Maar dat is een beslissing die door de wethou der op die avond is genomen. Prima, maar ik zelf vind het een loos gebaar. De heer GARRITSEN De heer Bokkelkamp zegt: er komt over een maand een bestemmings plan. Ik neem aan dat hij bedoelt dat er een ontwerp-bestemmings- plan ter visie wordt gelegd. Maar, helaas is dat niet zo. Er is alleen nog maar een concept-bestemmingsplan dat ambtelijk wordt rondgestuurd en dat daarna pas ter visie wordt gelegd. Dat is de procedure. Pas dan gaat het naar buiten. In de commissie heb ik gevraagd of het concept-ontwerpbestemmingsplan naar buiten ge bracht zou kunnen worden. De wethouder heeft toen gezegd: "ik wil dat eens bekijken"; ik ben benieuwd of dat gaat gebeuren. Maar wat natuurlijk veel belangrijker is, is dat je een ontwerp- bestemmingsplan gewoon ter visie moet laten leggen. Wethouder RATTINK Ik wil U in herinnering brengen dat het op de agenda van de com missie ter kennisname stond en dat het in het informatiecentrum ter visie ligt. De heer GARRITSEN Nee, dat vind ik leuk. Toen ik vroeg of de mensen daar kennis van konden nemen zei U: "ik moet het eerst nog in het college brengen of dat kan". Ik schrik nu van Uw ja- en neegeknik. Toen is dat zo medegedeeld en toen heeft U nog met Uw ambtenaar over legd of dat procedureel zou kunnen. Dat het nu ter visie ligt, is op zich heel aardig, maar ik denk dat het naar de buurt moet. De mensen die zich ermee bezighouden moeten die informatie heb ben, omdat je, juist in zo'n groot gebied waar je allerlei plek ken gaat invullen, tot een totaalafweging moet komen. Je ziet nu dat op een aantal terreinen de bouwvolumes veel groter gaan wor den, er komen andere functies. Je moet tot een zorgvuldige invul ling komen, wil de kwaliteit van de woonomgeving niet achteruit gaan. Dat is denk ik ook niet de bedoeling, hoewel ik bang ben dat het in de praktijk vermoedelijk wel zal gebeuren. Ik proef

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 321