31 AUGUSTUS 1989 326 In de commissie cultuur hebben wij gevraagd om een nadere juridi sche onderbouwing. Die hebben wij deze week ontvangen en daaruit blijkt dat de gemeentelijke juristen interpreteren dat in deze zaak sprake is van een redelijke aanname van bevoegde toezeg ging. Deze argumentatie in het voorstel kan het C.D.A. onder schrijven. Meerdere malen worden commissie en raad geconfron teerd met juridische gebondenheid ten aanzien van toezeggingen. Het C.D.A. stelt er prijs op om dit punt in de commissie algeme ne zaken nog eens te bediscussiëren aan de hand van een notitie, waarin de juridische gebondenheid ten aanzien van toezeggingen en de formele positie van de raad duidelijk gemaakt worden. De heer DE BRUIJN Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Koekkoek. We zullen wel moeten, mede gelet op een eenduidig beleid richting Bredase burgers. Dat het niet de meest aantrekkelijke wijze is waarop het een en ander Is gegaan, zal iedereen duidelijk zijn. De heer BOSHART Nog niet zo lang geleden hebben we het dossier van De Koe dicht geslagen, nadat we onze wonden gelikt hadden en onze verliezen geteld. Het is natuurlijk wel bijzonder vreemd dat dan later toch nog uit een donkere hoek f 38.000,komt, die we nog maar even moeten nabetalen. We hebben toch het idee dat hier een poli tiek en ambtelijk geklungel aan de orde is, dat wij niet kunnen honoreren door voor dit voorstel te stemmen. Wethouder ADANK Ik kan het eens zijn met de geachte afgevaardigden die meedelen dat ze zich zorgen maken over de consequenties die verbonden zijn aan toezeggingen van bestuurders of leden van het ambtelijk apparaat. Dat is ook de zorg van het college. Na de uitgebreide discussie in de commissie, waaruit duidelijk bleek dat men ten aanzien van de juridische consequenties nog niet tot besluitvor ming of tot een duidelijke advisering wilde komen, hebben we de resterende weken gebruikt om dat juridisch advies verder te krij gen. Ik heb U dat eind vorige week laten weten. Toen bleek dat we zuiver in de sfeer van de jurisprudentie en de casuïstiek za ten, hebben we en ik heb dat met enkele beleidsambtenaren ook nog doorgesproken, inhoudelijk over dit onderwerp ten aanzien van De Koe niet meer gesproken. Je komt dan toch op het terrein terecht van welles nietes en verdergaande gecompliceerde juris prudentie. Ik denk dat het belangrijk is, en in die richting spreekt ook mevrouw Boidin, dat dit een keer in het overleg met de fractievoorzitters aan de orde komt, maar dat ligt op het ter rein van onze voorzitter. Ik kan in ieder geval zeggen dat er op het terrein van de portefeuillehouder duidelijke afspraken ge maakt zijn, overigens in alle betrekkelijkheid. Want het zal dui delijk zijn en daar heb ik me goed over laten informeren, dat als de tientallen gesprekken die per dag gevoerd worden onder de condities en het voorbehoud van: "onder goedkeuring van de raad", zo'n gesprekscode aan twee kanten van de tafel moet gel den. Als gesprekspartners met ambtenaren van de gemeente aan ta fel gaan zitten, verwacht ik dat er een min of meer fatsoenlijke gedragscode is waarin men behoort te weten hoe het openbaar be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 326